Recycling moet uitgangspunt worden bij ontwerp en aanschaf producten
Producenten, bedrijfsleven en overheid kunnen ervoor zorgen dat er veel meer gerecycled wordt. Hoewel Nederland in de top 3 staat van landen waar het meest gerecycled wordt, kan het nog veel beter. Dat zegt voorzitter Boris van der Ham namens de Vereniging Afvalbedrijven in een videoboodschap op Global Recycling Day.
Nederland loopt voorop in de transitie naar een circulaire economie. Toch is dat voor Van der Ham geen reden om achterover te leunen. “Er worden te vaak producten gemaakt waarvan we weten dat ze niet hergebruikt kunnen worden. Sommige soorten plastic zijn niet te recyclen. Daar kun je niets mee. Dat is niet circulair.” Hij pleit voor minder gebruik van plastic en als het dan toch gebruikt wordt, moet het uitgangspunt zijn dat het gerecycled kan worden.
Ieder jaar wordt er een hoger percentage van de verschillende afvalstromen gerecycled. “We zijn echt heel goed in het herwinnen van grondstoffen, maar dan zijn we er nog niet”, aldus Van der Ham. “Als we nieuwe grondstoffen van gerecyclede producten hebben gemaakt, blijkt dat er soms geen kopers voor zijn.” Bedrijven grijpen vaak nog automatisch naar niet-gerecyclede grondstoffen. Zelfs de overheid doet dat, terwijl ze een hele grote positie hebben in de markt, zoals infrastructurele projecten of eigen inkoop. “En dat is fout. Producten hebben een verantwoordelijkheid, de afvalbedrijven, maar ook bedrijfsleven en overheid. Want dan krijgen we de cirkel helemaal rond.”
Van der Ham ziet voor de Nederlandse afvalbedrijven ook een internationale rol weggelegd. “We zijn goed in recyclen en in afvalmanagement. Dat kan de sector delen met de rest van de wereld, waar nog altijd 70 procent van het stedelijk afval gewoon gedumpt wordt. Dat is de grootste oorzaak van de plasticsoep, die daardoor nog steeds groter wordt. Nederlandse afvalbedrijven hebben de kans om wereldwijd hun expertise te gebruiken om meer afval te recyclen. Minder afval in milieu, producten kunnen hergebruiken, minder CO2-uitstoot en meer circulaire economie. Het is een enorme kans voor Nederland, maar ook een belangrijke uitdaging voor de hele wereld.”
Nederland loopt voorop in de transitie naar een circulaire economie. Toch is dat voor Van der Ham geen reden om achterover te leunen. “Er worden te vaak producten gemaakt waarvan we weten dat ze niet hergebruikt kunnen worden. Sommige soorten plastic zijn niet te recyclen. Daar kun je niets mee. Dat is niet circulair.” Hij pleit voor minder gebruik van plastic en als het dan toch gebruikt wordt, moet het uitgangspunt zijn dat het gerecycled kan worden.
Ieder jaar wordt er een hoger percentage van de verschillende afvalstromen gerecycled. “We zijn echt heel goed in het herwinnen van grondstoffen, maar dan zijn we er nog niet”, aldus Van der Ham. “Als we nieuwe grondstoffen van gerecyclede producten hebben gemaakt, blijkt dat er soms geen kopers voor zijn.” Bedrijven grijpen vaak nog automatisch naar niet-gerecyclede grondstoffen. Zelfs de overheid doet dat, terwijl ze een hele grote positie hebben in de markt, zoals infrastructurele projecten of eigen inkoop. “En dat is fout. Producten hebben een verantwoordelijkheid, de afvalbedrijven, maar ook bedrijfsleven en overheid. Want dan krijgen we de cirkel helemaal rond.”
Van der Ham ziet voor de Nederlandse afvalbedrijven ook een internationale rol weggelegd. “We zijn goed in recyclen en in afvalmanagement. Dat kan de sector delen met de rest van de wereld, waar nog altijd 70 procent van het stedelijk afval gewoon gedumpt wordt. Dat is de grootste oorzaak van de plasticsoep, die daardoor nog steeds groter wordt. Nederlandse afvalbedrijven hebben de kans om wereldwijd hun expertise te gebruiken om meer afval te recyclen. Minder afval in milieu, producten kunnen hergebruiken, minder CO2-uitstoot en meer circulaire economie. Het is een enorme kans voor Nederland, maar ook een belangrijke uitdaging voor de hele wereld.”
Geen opmerkingen: