Nederlanders onderschatten de waarde van wat ze weggooien
Consumenten staan vaak met de handen in het haar als het gaat om afvalscheiding. De bereidheid om afval te scheiden is groot, alleen is niet altijd duidelijk welk afval waar weggegooid moet worden. Dat blijkt uit onderzoek van Ipsos in opdracht van de Vereniging Afvalbedrijven. De branchevereniging publiceert de resultaten vandaag op Global Recycling Day, een jaarlijkse dag waarop wereldwijd aandacht gevraagd wordt voor het belang van meer recycling.
Het is niet voor iedereen duidelijk welk afval bij welke gescheiden afvalstroom hoort. Zo is aparte plasticinzameling alleen voor plastic verpakkingsmateriaal en niet voor andere plastics. Meer dan de helft van de huishoudens gooit er toch hard-plastic zoals speelgoed bij, wat niet verwerkt kan worden. Dat geldt ook voor lege zakken chips die niet bij het plastic mogen, maar toch doet een op de drie Nederlanders dat. Meer dan de helft van de Nederlanders denkt dat er ook biologisch afbreekbaar plastic in thuishoort, maar dat verstoort juist de recycling van de overige plastics. Ook weet bijna niemand dat de glasbak er alleen is voor verpakkingsglas: 88 procent van de Nederlanders denkt dat hier ook ander glas in weggegooid mag worden, zoals een kapot wijnglas. Dat soort glas is alleen niet te recyclen tussen verpakkingsglas.
De Vereniging Afvalbedrijven begrijpt de verwarring en roept daarom de rijksoverheid en gemeenten op om betere informatie te geven over afvalscheiding. Ook zou het helpen als er niet op zoveel verschillende manieren huisvuil ingezameld zou worden. De verschillen tussen de gemeentes zijn groot. Duidelijkheid voorkomt vervuilde afvalstromen. Hoe hoger de vervuiling in een afvalstroom, hoe lastiger deze gerecycled kan worden. Er zijn wel speciale apps en websites voor afvalscheiding, maar die worden weinig geraadpleegd, zo blijkt uit het onderzoek. “Wij hebben geleerd dat we afval zoveel mogelijk scheiden”, aldus voorzitter Boris van der Ham. “Nu moeten we volgende generaties leren hóe te scheiden, zodat zoveel mogelijk grondstoffen worden herwonnen.”
Uit het onderzoek blijkt verder dat driekwart van de Nederlanders het scheiden van afval belangrijk vindt. Toch denkt een derde dat al het afval uiteindelijk op een grote hoop belandt en is niet iedereen zich ervan bewust hoeveel grondstoffen de afvalsector terugwint. Er wordt veel meer gerecycled dan consumenten denken. Uit het onderzoek blijkt dat gedacht wordt dat maar 70 procent van papier en glas hergebruikt wordt, terwijl deze afvalstromen in de praktijk voor bijna 90 procent worden gerecycled.
Driekwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over afval dat in het milieu terechtkomt, niet alleen in Nederland maar op de hele wereld. Zij zien voor de afvalsector een internationale rol weggelegd als het gaat om het oplossen van afvalproblemen in andere landen. De Nederlandse afvalbedrijven zouden als koploper op het gebied van recycling hun expertise nog meer kunnen inzetten voor het aanpakken van wereldwijde afvalproblemen, zoals de plasticsoep.
Het is niet voor iedereen duidelijk welk afval bij welke gescheiden afvalstroom hoort. Zo is aparte plasticinzameling alleen voor plastic verpakkingsmateriaal en niet voor andere plastics. Meer dan de helft van de huishoudens gooit er toch hard-plastic zoals speelgoed bij, wat niet verwerkt kan worden. Dat geldt ook voor lege zakken chips die niet bij het plastic mogen, maar toch doet een op de drie Nederlanders dat. Meer dan de helft van de Nederlanders denkt dat er ook biologisch afbreekbaar plastic in thuishoort, maar dat verstoort juist de recycling van de overige plastics. Ook weet bijna niemand dat de glasbak er alleen is voor verpakkingsglas: 88 procent van de Nederlanders denkt dat hier ook ander glas in weggegooid mag worden, zoals een kapot wijnglas. Dat soort glas is alleen niet te recyclen tussen verpakkingsglas.
De Vereniging Afvalbedrijven begrijpt de verwarring en roept daarom de rijksoverheid en gemeenten op om betere informatie te geven over afvalscheiding. Ook zou het helpen als er niet op zoveel verschillende manieren huisvuil ingezameld zou worden. De verschillen tussen de gemeentes zijn groot. Duidelijkheid voorkomt vervuilde afvalstromen. Hoe hoger de vervuiling in een afvalstroom, hoe lastiger deze gerecycled kan worden. Er zijn wel speciale apps en websites voor afvalscheiding, maar die worden weinig geraadpleegd, zo blijkt uit het onderzoek. “Wij hebben geleerd dat we afval zoveel mogelijk scheiden”, aldus voorzitter Boris van der Ham. “Nu moeten we volgende generaties leren hóe te scheiden, zodat zoveel mogelijk grondstoffen worden herwonnen.”
Uit het onderzoek blijkt verder dat driekwart van de Nederlanders het scheiden van afval belangrijk vindt. Toch denkt een derde dat al het afval uiteindelijk op een grote hoop belandt en is niet iedereen zich ervan bewust hoeveel grondstoffen de afvalsector terugwint. Er wordt veel meer gerecycled dan consumenten denken. Uit het onderzoek blijkt dat gedacht wordt dat maar 70 procent van papier en glas hergebruikt wordt, terwijl deze afvalstromen in de praktijk voor bijna 90 procent worden gerecycled.
Driekwart van de Nederlanders maakt zich zorgen over afval dat in het milieu terechtkomt, niet alleen in Nederland maar op de hele wereld. Zij zien voor de afvalsector een internationale rol weggelegd als het gaat om het oplossen van afvalproblemen in andere landen. De Nederlandse afvalbedrijven zouden als koploper op het gebied van recycling hun expertise nog meer kunnen inzetten voor het aanpakken van wereldwijde afvalproblemen, zoals de plasticsoep.
Geen opmerkingen: