Onderzoek PBL toont aan: concretisering beleid circulaire economie nodig
Als we een brede circulaire aanpak niet nu meenemen in beleid, missen we kansen en lopen we risico op verspilling van kostbare grondstoffen, nu en in de toekomst. Dit heeft mogelijk ernstige tekorten tot gevolg.
Dat zegt Marco Hekkert, directeur Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een toelichting op een overkoepelende analyse naar knelpunten en kansen voor efficiënter gebruik van grondstoffen. De analyse is gebaseerd op onderzoek door TNO, CML en RIVM. Hekkert geeft aan dat andere maatschappelijke opgaven, zoals schone energie en huizenbouw, op dit moment meer aandacht krijgen dan de transitie naar een circulaire economie.
Volgens PBL kan Nederland het grondstofgebruik alleen substantieel terugdringen als ze naast recycling ook andere oplossingen toepast, zoals slimmer en circulair productonderwerp en levensduurverlenging via reparatie en hergebruik, maar ook door de vraag naar producten te verminderen.
Om de transitie naar een circulaire economie te versnellen moet de overheid het beleid concretiseren en versnellen. Hiervoor geeft het PBL een aantal concrete aanbevelingen. Naast de R-strategieën pleit ze ervoor om circulariteit beter te verbinden met andere opgaven: door bij grote investeringen in te zetten op circulariteit, kan je de transitie versnellen. Daarnaast is er specifiek beleid nodig op productniveau: binnen een productgroep zijn de verschillen in actoren en belemmeringen te groot en te divers.
Het PBL benadrukt in haar rapport het internationale karakter van productketens en stelt terecht de vraag: waar heeft nationaal beleid meerwaarde en waar is inzet op EU-niveau nodig voor de transitie naar een circulaire keten? Intven: “De VNCI erkent de noodzaak voor een Europese aanpak die recht doet aan de diversiteit en complexiteit van de afzonderlijke productketens.”
Circulariteitsstrategieën als recycling, reparatie en refurbishment leiden tot substantieel lager materiaalgebruik en verminderen daarmee de leveringsrisico’s voor de economie.
Om meer inzicht te krijgen in wat nodig is voor de circulaire economie, heeft het PBL aan TNO, CML en RIVM gevraagd analyses te maken voor drie productgroepen: energietechnologieën, verpakkingen en woningen. Deze groepen worden ook in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) onderscheiden. Hierbij is gekeken hoe het gebruik van grondstoffen verandert als gevolg van het toepassen van de verschillende typen circulaire oplossingen en wat de impact is op klimaat, milieu, biodiversiteit en leveringsrisico’s.
Dat zegt Marco Hekkert, directeur Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in een toelichting op een overkoepelende analyse naar knelpunten en kansen voor efficiënter gebruik van grondstoffen. De analyse is gebaseerd op onderzoek door TNO, CML en RIVM. Hekkert geeft aan dat andere maatschappelijke opgaven, zoals schone energie en huizenbouw, op dit moment meer aandacht krijgen dan de transitie naar een circulaire economie.
Volgens PBL kan Nederland het grondstofgebruik alleen substantieel terugdringen als ze naast recycling ook andere oplossingen toepast, zoals slimmer en circulair productonderwerp en levensduurverlenging via reparatie en hergebruik, maar ook door de vraag naar producten te verminderen.
Om de transitie naar een circulaire economie te versnellen moet de overheid het beleid concretiseren en versnellen. Hiervoor geeft het PBL een aantal concrete aanbevelingen. Naast de R-strategieën pleit ze ervoor om circulariteit beter te verbinden met andere opgaven: door bij grote investeringen in te zetten op circulariteit, kan je de transitie versnellen. Daarnaast is er specifiek beleid nodig op productniveau: binnen een productgroep zijn de verschillen in actoren en belemmeringen te groot en te divers.
Het PBL benadrukt in haar rapport het internationale karakter van productketens en stelt terecht de vraag: waar heeft nationaal beleid meerwaarde en waar is inzet op EU-niveau nodig voor de transitie naar een circulaire keten? Intven: “De VNCI erkent de noodzaak voor een Europese aanpak die recht doet aan de diversiteit en complexiteit van de afzonderlijke productketens.”
Circulariteitsstrategieën als recycling, reparatie en refurbishment leiden tot substantieel lager materiaalgebruik en verminderen daarmee de leveringsrisico’s voor de economie.
Om meer inzicht te krijgen in wat nodig is voor de circulaire economie, heeft het PBL aan TNO, CML en RIVM gevraagd analyses te maken voor drie productgroepen: energietechnologieën, verpakkingen en woningen. Deze groepen worden ook in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) onderscheiden. Hierbij is gekeken hoe het gebruik van grondstoffen verandert als gevolg van het toepassen van de verschillende typen circulaire oplossingen en wat de impact is op klimaat, milieu, biodiversiteit en leveringsrisico’s.
Geen opmerkingen: