Textielrecycling lijdt onder toename verontreiniging
Een circulaire economie vraagt meer focus op kwaliteit. Afvalscheiding loont alleen wanneer het materiaal daadwerkelijk wordt gerecycled. Liefst zo hoogwaardig mogelijk. Over de kwaliteit van afvalstromen publiceert de Vereniging Afvalbedrijven een serie artikelen. Derde aflevering: textiel.
Nederland zamelt jaarlijks 75 miljoen kilo textiel in. De kwaliteit van het materiaal gaat hard achteruit, constateert Roderick Ferrari, secretaris van de Vereniging Herwinning Textiel (VHT). “Met name de laatste vijf jaar. De verontreinigingsgraad steeg van acht naar vijftien procent.” Eén van de veroorzakers: de inzamelmethodiek. “Gemeenten zetten steeds vaker ondergrondse containers neer, ook voor textiel. Door regen en grondwater wordt het textiel vaak nat. Tijdens het lossen verspreidt het vocht zich over de kleding.”
Inzamelconcepten als diftar, waarbij huishoudens moeten betalen voor hun restafval, verergeren het probleem. Prijsprikkels leiden volgens Ferrari tot ontwijkgedrag. Hij beschrijft de textielbak als het restafvalputje. “Containers voor textiel en restafval hebben dezelfde maat opening. Mensen gooien hun restafval gratis in de textielbak.” Omdat ondergrondse containers mechanisch worden gelost, ontbreekt een menselijke controle bij het lossen. Ferrari’s voorkeur gaat dan ook uit naar bovengrondse containers die handmatig worden gelost. “Dat gebeurt in Duitsland. Daar hebben ze negen procent verontreiniging. Huis-aan-huis-inzameling is nauwelijks verontreinigd, hoogstens één of twee procent.” Ferrari constateert een gebrek aan kennis. “Binnen de afvalinzameling is textiel een ondergeschoven kindje. Dat geldt voor lokale overheden, maar ook voor burgers en bedrijven. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat textiel altijd in een dichte plastic zak hoort. Om het droog en schoon te houden.”
Een deel van de kwaliteitssleutel ligt bij gemeenten. “Gemeenten moeten bij aanbestedingen meer focussen op de kwalitatieve sturing. Ze sturen nu op kwantiteit, niet op kwaliteit. Daarnaast eisen gemeenten vaker ‘social return’. Sorteren is een ambacht. Laat je dat door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt doen, dan heeft dat kwalitatieve gevolgen. Sommige gemeenten verminderen bij social return het aantal deelstromen.”
De gemeente Amsterdam, goed voor jaarlijks drie miljoen kilo afgedankt textiel, erkent het kwaliteitsprobleem. In de gemeente staan 235 containers; het gros bovengronds, maar ook enkele ondergronds. “We stoppen met de huidige ondergrondse containers. Sympany, onze textielinzamelaar, geeft aan hierdoor last te hebben van vervuiling van textiel”, vertelt Stef le Fèvre, strategisch adviseur afvalketen van de gemeent
Nederland zamelt jaarlijks 75 miljoen kilo textiel in. De kwaliteit van het materiaal gaat hard achteruit, constateert Roderick Ferrari, secretaris van de Vereniging Herwinning Textiel (VHT). “Met name de laatste vijf jaar. De verontreinigingsgraad steeg van acht naar vijftien procent.” Eén van de veroorzakers: de inzamelmethodiek. “Gemeenten zetten steeds vaker ondergrondse containers neer, ook voor textiel. Door regen en grondwater wordt het textiel vaak nat. Tijdens het lossen verspreidt het vocht zich over de kleding.”
Inzamelconcepten als diftar, waarbij huishoudens moeten betalen voor hun restafval, verergeren het probleem. Prijsprikkels leiden volgens Ferrari tot ontwijkgedrag. Hij beschrijft de textielbak als het restafvalputje. “Containers voor textiel en restafval hebben dezelfde maat opening. Mensen gooien hun restafval gratis in de textielbak.” Omdat ondergrondse containers mechanisch worden gelost, ontbreekt een menselijke controle bij het lossen. Ferrari’s voorkeur gaat dan ook uit naar bovengrondse containers die handmatig worden gelost. “Dat gebeurt in Duitsland. Daar hebben ze negen procent verontreiniging. Huis-aan-huis-inzameling is nauwelijks verontreinigd, hoogstens één of twee procent.” Ferrari constateert een gebrek aan kennis. “Binnen de afvalinzameling is textiel een ondergeschoven kindje. Dat geldt voor lokale overheden, maar ook voor burgers en bedrijven. Veel mensen weten bijvoorbeeld niet dat textiel altijd in een dichte plastic zak hoort. Om het droog en schoon te houden.”
Een deel van de kwaliteitssleutel ligt bij gemeenten. “Gemeenten moeten bij aanbestedingen meer focussen op de kwalitatieve sturing. Ze sturen nu op kwantiteit, niet op kwaliteit. Daarnaast eisen gemeenten vaker ‘social return’. Sorteren is een ambacht. Laat je dat door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt doen, dan heeft dat kwalitatieve gevolgen. Sommige gemeenten verminderen bij social return het aantal deelstromen.”
De gemeente Amsterdam, goed voor jaarlijks drie miljoen kilo afgedankt textiel, erkent het kwaliteitsprobleem. In de gemeente staan 235 containers; het gros bovengronds, maar ook enkele ondergronds. “We stoppen met de huidige ondergrondse containers. Sympany, onze textielinzamelaar, geeft aan hierdoor last te hebben van vervuiling van textiel”, vertelt Stef le Fèvre, strategisch adviseur afvalketen van de gemeent
Geen opmerkingen: