Nieuwe impuls onderzoek en ontwikkeling biobased performance materialen
Voor de komende vier jaar is in Nederland een bedrag van zo'n 3 tot 6 miljoen euro beschikbaar voor onderzoek naar en ontwikkeling van biobased performance materialen (BPM). De Topsector Chemie omarmt een vervolg op het door Wageningen UR Food & Biobased Research gecoördineerde BPM R&D programma. Het ministerie van Economische Zaken investeert 3 miljoen euro in het programma.
Het BPM projectbureau zal daarnaast in nauwe samenwerking met het Dutch Polymer Institute (DPI) een aanvraag voor eveneens 3 miljoen euro indienen in het fonds NCI van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Deze aanvraag richt zich specifiek op ondersteuning van fundamenteel onderzoek naar biobased materialen. Het Nederlandse bedrijfsleven draagt additioneel nog circa 35% bij. Biobased performance materialen, zoals bioplastics voor verpakkingen, biobased bouwmaterialen, harsen, textiel en tapijt, vormen een duurzaam alternatief voor kunststoffen gemaakt van fossiele grondstoffen.
De eerste projecten binnen het Biobased Performance Materials (BPM) programma lopen dit jaar af. In het BPM programma werkt Wageningen UR Food & Biobased Research momenteel samen met meer dan dertig industriële partners en vijf kennisinstellingen. Op 12 juni werden resultaten van lopende projecten gepresenteerd tijdens een symposium. Lag in de huidige projecten de nadruk op materialen uit biobased bouwstenen, in het vervolg zal het programma zich daarnaast nadrukkelijk ook richten op ontwikkeling van materialen op basis van natuurlijke polymeren zoals zetmeel, cellulose en chitine. Ook zal er extra aandacht komen om al het onderzoek in Nederland op het gebied van biobased materialen te bundelen zodat er maximale interactie plaatsvindt tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen.
De belangstelling naar biobased materialen vanuit het bedrijfsleven neemt snel toe. Een recente studie van het Nova instituut uit Duitsland toont aan dat een wereldwijde groei in biobased materialen met een factor 3,5 verwacht wordt tot 2020, ten opzichte van nu. De productie van belangrijke basisgrondstoffen zoals bio-PET, bio-PE/PP, PLA en PHA vindt wereldwijd plaats. Voor de productie en verwerking van deze grondstoffen tot biokunststoffen heeft Nederland een uitstekende positie met aanwezige bedrijven als Synbra, Avantium, Rodenburg, Cosun en multinationals als Croda, Corbion-Purac en DSM. Daarbij beschikt Nederland over specialistische kennis bij diverse kennisinstellingen. Bij afnemers van kunststoffen zoals Océ en Heinz neemt de belangstelling in biobased materialen snel toe. De materialen kunnen toegepast worden in de verpakkings-, electronica- en automobiel industrie en daarmee zorgen voor flinke verduurzaming van deze sectoren.
De opzet van het BPM programma is bijzonder omdat het zowel fundamenteel onderzoek, door universiteiten, als toegepast onderzoek, in samenwerking met bedrijven, omvat, waarbij beide typen onderzoek ook op elkaar zijn afgestemd. Geredeneerd vanuit eisen aan materialen en wensen van afnemers (bedrijven en consumenten) worden biobased materialen onderzocht en getest door universiteiten (fundamenteel onderzoek) en toegepaste onderzoeksinstellingen. De voortzetting van het BPM programma geeft een belangrijke impuls aan ontwikkelingen in de Nederlandse Biobased Economy die is gericht op de inzet van biomassa met een hoge toegevoegde waarde.
In het eerste BPM programma zijn biobased alternatieven ontwikkeld voor nieuwe klassen van polymere materialen. Materialen en producten van biokunststof zoals folies, flessen en harsen, zijn ontwikkeld en getest in samenwerking met bedrijven. Hoewel nog niet alle materialen dezelfde noodzakelijke eigenschappen bevatten als hun fossiele tegenhangers, zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling gemaakt. In het vervolgprogramma zullen deze en andere biobased materialen verder worden doorontwikkeld. Ook staat onderzoek naar de unieke eigenschappen van biobased materialen, zoals verbeterde houdbaarheid van voeding in biobased verpakkingen, centraal.
Projecten waarin samenwerking plaatsvindt tussen bedrijven en kennisinstellingen kunnen vanaf nu opgezet worden. Dit gebeurt op basis van vraagsturing en onder toezicht van het BPM Project Office. Wageningen UR Food & Biobased Research coördineert het toegepaste onderzoek. De aanvraag voor het fundamentele onderzoek wordt gecoördineerd door het Dutch Polymer Institute (DPI). Bedrijven en kennisinstellingen die belangstelling hebben in deelname aan projecten kunnen contact opnemen met het BPM Project Office.
Het BPM projectbureau zal daarnaast in nauwe samenwerking met het Dutch Polymer Institute (DPI) een aanvraag voor eveneens 3 miljoen euro indienen in het fonds NCI van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Deze aanvraag richt zich specifiek op ondersteuning van fundamenteel onderzoek naar biobased materialen. Het Nederlandse bedrijfsleven draagt additioneel nog circa 35% bij. Biobased performance materialen, zoals bioplastics voor verpakkingen, biobased bouwmaterialen, harsen, textiel en tapijt, vormen een duurzaam alternatief voor kunststoffen gemaakt van fossiele grondstoffen.
De eerste projecten binnen het Biobased Performance Materials (BPM) programma lopen dit jaar af. In het BPM programma werkt Wageningen UR Food & Biobased Research momenteel samen met meer dan dertig industriële partners en vijf kennisinstellingen. Op 12 juni werden resultaten van lopende projecten gepresenteerd tijdens een symposium. Lag in de huidige projecten de nadruk op materialen uit biobased bouwstenen, in het vervolg zal het programma zich daarnaast nadrukkelijk ook richten op ontwikkeling van materialen op basis van natuurlijke polymeren zoals zetmeel, cellulose en chitine. Ook zal er extra aandacht komen om al het onderzoek in Nederland op het gebied van biobased materialen te bundelen zodat er maximale interactie plaatsvindt tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen.
De belangstelling naar biobased materialen vanuit het bedrijfsleven neemt snel toe. Een recente studie van het Nova instituut uit Duitsland toont aan dat een wereldwijde groei in biobased materialen met een factor 3,5 verwacht wordt tot 2020, ten opzichte van nu. De productie van belangrijke basisgrondstoffen zoals bio-PET, bio-PE/PP, PLA en PHA vindt wereldwijd plaats. Voor de productie en verwerking van deze grondstoffen tot biokunststoffen heeft Nederland een uitstekende positie met aanwezige bedrijven als Synbra, Avantium, Rodenburg, Cosun en multinationals als Croda, Corbion-Purac en DSM. Daarbij beschikt Nederland over specialistische kennis bij diverse kennisinstellingen. Bij afnemers van kunststoffen zoals Océ en Heinz neemt de belangstelling in biobased materialen snel toe. De materialen kunnen toegepast worden in de verpakkings-, electronica- en automobiel industrie en daarmee zorgen voor flinke verduurzaming van deze sectoren.
De opzet van het BPM programma is bijzonder omdat het zowel fundamenteel onderzoek, door universiteiten, als toegepast onderzoek, in samenwerking met bedrijven, omvat, waarbij beide typen onderzoek ook op elkaar zijn afgestemd. Geredeneerd vanuit eisen aan materialen en wensen van afnemers (bedrijven en consumenten) worden biobased materialen onderzocht en getest door universiteiten (fundamenteel onderzoek) en toegepaste onderzoeksinstellingen. De voortzetting van het BPM programma geeft een belangrijke impuls aan ontwikkelingen in de Nederlandse Biobased Economy die is gericht op de inzet van biomassa met een hoge toegevoegde waarde.
In het eerste BPM programma zijn biobased alternatieven ontwikkeld voor nieuwe klassen van polymere materialen. Materialen en producten van biokunststof zoals folies, flessen en harsen, zijn ontwikkeld en getest in samenwerking met bedrijven. Hoewel nog niet alle materialen dezelfde noodzakelijke eigenschappen bevatten als hun fossiele tegenhangers, zijn belangrijke stappen in de ontwikkeling gemaakt. In het vervolgprogramma zullen deze en andere biobased materialen verder worden doorontwikkeld. Ook staat onderzoek naar de unieke eigenschappen van biobased materialen, zoals verbeterde houdbaarheid van voeding in biobased verpakkingen, centraal.
Projecten waarin samenwerking plaatsvindt tussen bedrijven en kennisinstellingen kunnen vanaf nu opgezet worden. Dit gebeurt op basis van vraagsturing en onder toezicht van het BPM Project Office. Wageningen UR Food & Biobased Research coördineert het toegepaste onderzoek. De aanvraag voor het fundamentele onderzoek wordt gecoördineerd door het Dutch Polymer Institute (DPI). Bedrijven en kennisinstellingen die belangstelling hebben in deelname aan projecten kunnen contact opnemen met het BPM Project Office.
Geen opmerkingen: