Nieuw autoconcept van studenten TU Eindhoven verlaagt totale CO2-uitstoot tijdens productieproces met een derde
In Nederland gaat een auto gemiddeld na een kleine 20 jaar naar de sloop, zo becijferde sectororganisatie Auto Recycling Nederland. Door anders naar de opbouw van een auto te kijken, heeft studententeam TU/ecomotive van de TU Eindhoven een manier gevonden om de levensduur van auto’s te verlengen en uiteindelijk de totale CO2-uitstoot tijdens het productieproces met een derde te verlagen. Hoe? Door het voertuig uit twee losse delen op te bouwen en als twee losse levenscycli te benaderen. Het resultaat is de modulaire auto Eterna, waarmee de studenten een tour maken door West-Europa. Het startpunt is vandaag bij wetenschapsmuseum NEMO.
De meeste materialen in een auto zijn na 20 jaar nog (lang) niet afgeschreven, maar toch koerst de gemiddelde auto dan al richting de sloop. Daarom hebben de studenten Eterna zo ontworpen dat bepaalde onderdelen in het voertuig kunnen blijven, in plaats van ze voor het einde van hun levenscyclus te recyclen. Hierdoor wordt hun optimale levensduur benut.
Gevolg is dat er aanzienlijk in het totale productieproces gesneden kan worden. TU/ecomotive berekende in hun duurzaamheidsrapport dat Eterna 20 ton CO2 aan totale productiekosten kosten bespaart in vergelijking met de gemiddelde auto. Dit is ongeveer gelijk aan wat 800 bomen jaarlijks aan CO2 uit de atmosfeer onttrekken. In totaal gaat het om een verlaging van de CO2-uitstoot tijdens het productieproces van ongeveer een derde.
Hoe werkt het? Eterna bestaat uit een onderkant voor langdurig gebruik en een vervangbare bovenkant. De onderkant omvat componenten met een lange levensduur, zoals het ladderframe, de accu’s en de motor. Daarnaast is er de vervangbare bovenkant met materialen met een kortere levensduur, zoals interieurstoffen en veiligheidsvoorzieningen (bijv. digitale zijspiegels en cruise control).
TU/ecomotive wil met dit concept de auto-industrie inspireren en anders laten nadenken over de ontwikkeling en het gebruik van auto’s. De aarde biedt geen onbeperkte grondstoffen, dus efficiënter gebruik van materialen is de oplossing, verduidelijkt Stijn Plekkenpol, teammanager van TU/ecomotive.
Het team gaat hun concept vanaf halverwege Augustus laten zien in verschillende landen, waaronder Duitsland, België en Italië. Ze gaan in gesprek met de auto-industrie, op bezoek bij universiteiten en doen tal van evenementen aan. Het startpunt is NEMO, het wetenschapsmuseum in Amsterdam, waar de auto voor het publiek te zien is. Ook wordt er een bezoek gebracht aan onder andere Ford en Ferrari, en de IAA Mobility Exhibition in München, een van de grootste mobiliteitsevenementen ter wereld.
De meeste materialen in een auto zijn na 20 jaar nog (lang) niet afgeschreven, maar toch koerst de gemiddelde auto dan al richting de sloop. Daarom hebben de studenten Eterna zo ontworpen dat bepaalde onderdelen in het voertuig kunnen blijven, in plaats van ze voor het einde van hun levenscyclus te recyclen. Hierdoor wordt hun optimale levensduur benut.
Gevolg is dat er aanzienlijk in het totale productieproces gesneden kan worden. TU/ecomotive berekende in hun duurzaamheidsrapport dat Eterna 20 ton CO2 aan totale productiekosten kosten bespaart in vergelijking met de gemiddelde auto. Dit is ongeveer gelijk aan wat 800 bomen jaarlijks aan CO2 uit de atmosfeer onttrekken. In totaal gaat het om een verlaging van de CO2-uitstoot tijdens het productieproces van ongeveer een derde.
Hoe werkt het? Eterna bestaat uit een onderkant voor langdurig gebruik en een vervangbare bovenkant. De onderkant omvat componenten met een lange levensduur, zoals het ladderframe, de accu’s en de motor. Daarnaast is er de vervangbare bovenkant met materialen met een kortere levensduur, zoals interieurstoffen en veiligheidsvoorzieningen (bijv. digitale zijspiegels en cruise control).
TU/ecomotive wil met dit concept de auto-industrie inspireren en anders laten nadenken over de ontwikkeling en het gebruik van auto’s. De aarde biedt geen onbeperkte grondstoffen, dus efficiënter gebruik van materialen is de oplossing, verduidelijkt Stijn Plekkenpol, teammanager van TU/ecomotive.
Het team gaat hun concept vanaf halverwege Augustus laten zien in verschillende landen, waaronder Duitsland, België en Italië. Ze gaan in gesprek met de auto-industrie, op bezoek bij universiteiten en doen tal van evenementen aan. Het startpunt is NEMO, het wetenschapsmuseum in Amsterdam, waar de auto voor het publiek te zien is. Ook wordt er een bezoek gebracht aan onder andere Ford en Ferrari, en de IAA Mobility Exhibition in München, een van de grootste mobiliteitsevenementen ter wereld.
Geen opmerkingen: