UT biedt tools voor het circulair slopen en ontwerpen van gebouwen
De bouwsector gebruikt wereldwijd meer grondstoffen dan welke andere industrie dan ook en produceert bovendien het meeste afval. UT-onderzoeker Marc van den Berg biedt met zijn proefschrift over circulair bouwen de bouwsector een stevig hulpmiddel gericht op het verminderen, hergebruiken en recyclen van materialen. Bouwmaterialen die vrijkomen bij de sloop zijn namelijk goed her te gebruiken als er o.a. in de ontwerpfase op wordt geanticipeerd.
De bouwsector is verantwoordelijk voor steeds groter wordende sociaalecologische problemen. Kernoorzaak van die problemen is de manier waarop bouwprojecten worden gemanaged. Gebouwen worden over het algemeen opgeleverd als ‘wegwerpproducten’. Zodra die niet meer nodig zijn, worden ze gereduceerd tot afval dat bovendien lastig recyclebaar is.
Dit alles gebeurt met toenemende snelheid, doordat gebouwen tegenwoordig moeten functioneren in omgevingen die steeds complexer en dynamischer worden – terwijl ze als statische bouwwerken worden ontworpen en gebouwd. In het verleden zijn vooral oplossingen ontwikkeld die achteraf als symptoombestrijding kunnen worden bestempeld.
Het onderzoek heeft als doelstelling om actiegerichte kennis te ontwikkelen voor het managen van circulaire bouwprojecten. Hoe kunnen we bouwmaterialen verminderen, hergebruiken en/of recyclen? Projectmanagement wordt hier gezien als een uitdaging in het (efficiënt) organiseren van informatie. Bouwprojectmanagers gebruiken informatie om materiaalstromen te initiëren en te beheersen. Circulair denken verlegt de focus daarbij naar het sluiten van materiaalkringlopen. Zo kan een betonnen vloer uit het ene gebouw na sloop worden hergebruikt in een ander gebouw als slopers en ontwerpers informatie met elkaar uitwisselen.
Het proefschrift behandelt diverse managementtaken voor circulaire bouwprojecten. Zoals vanuit een sloopmanagementperspectief: het gebruik van informatie voor het al dan niet ‘oogsten’ van bouwmateriaal, de coördinatie van sloopactiviteiten en digitale ondersteuning van sloop met bouwwerkinformatiemodellen (BIM). Of vanuit ontwerpmanagementperspectief: het organiseren van een omkeerbaar gebouwontwerp met BIM-methodes, het reviewen van ontwerpvoorstellen met een virtuele omgeving en een leerzame ‘serious game’.
Sloop- en ontwerpmanagers zijn van elkaars informatie afhankelijk voor het managen van circulaire bouwprojecten. Sloopmanagers dienen informatie van voorgaande en opvolgende ontwerpfases te benutten; ontwerpmanagers dienen informatie van voorgaande en opvolgende sloopfases te benutten. Het gebruik van a priori en a posteriori informatiepotentieel biedt een hoopvol en actiegericht antwoord op de vele sociaalecologische problemen waar de bouw op dit moment mee te maken heeft.
De bouwsector is verantwoordelijk voor steeds groter wordende sociaalecologische problemen. Kernoorzaak van die problemen is de manier waarop bouwprojecten worden gemanaged. Gebouwen worden over het algemeen opgeleverd als ‘wegwerpproducten’. Zodra die niet meer nodig zijn, worden ze gereduceerd tot afval dat bovendien lastig recyclebaar is.
Dit alles gebeurt met toenemende snelheid, doordat gebouwen tegenwoordig moeten functioneren in omgevingen die steeds complexer en dynamischer worden – terwijl ze als statische bouwwerken worden ontworpen en gebouwd. In het verleden zijn vooral oplossingen ontwikkeld die achteraf als symptoombestrijding kunnen worden bestempeld.
Het onderzoek heeft als doelstelling om actiegerichte kennis te ontwikkelen voor het managen van circulaire bouwprojecten. Hoe kunnen we bouwmaterialen verminderen, hergebruiken en/of recyclen? Projectmanagement wordt hier gezien als een uitdaging in het (efficiënt) organiseren van informatie. Bouwprojectmanagers gebruiken informatie om materiaalstromen te initiëren en te beheersen. Circulair denken verlegt de focus daarbij naar het sluiten van materiaalkringlopen. Zo kan een betonnen vloer uit het ene gebouw na sloop worden hergebruikt in een ander gebouw als slopers en ontwerpers informatie met elkaar uitwisselen.
Het proefschrift behandelt diverse managementtaken voor circulaire bouwprojecten. Zoals vanuit een sloopmanagementperspectief: het gebruik van informatie voor het al dan niet ‘oogsten’ van bouwmateriaal, de coördinatie van sloopactiviteiten en digitale ondersteuning van sloop met bouwwerkinformatiemodellen (BIM). Of vanuit ontwerpmanagementperspectief: het organiseren van een omkeerbaar gebouwontwerp met BIM-methodes, het reviewen van ontwerpvoorstellen met een virtuele omgeving en een leerzame ‘serious game’.
Sloop- en ontwerpmanagers zijn van elkaars informatie afhankelijk voor het managen van circulaire bouwprojecten. Sloopmanagers dienen informatie van voorgaande en opvolgende ontwerpfases te benutten; ontwerpmanagers dienen informatie van voorgaande en opvolgende sloopfases te benutten. Het gebruik van a priori en a posteriori informatiepotentieel biedt een hoopvol en actiegericht antwoord op de vele sociaalecologische problemen waar de bouw op dit moment mee te maken heeft.
Geen opmerkingen: