Omslag naar duurzame en sterke landbouw definitief ingezet
De omslag naar kringlooplandbouw krijgt een forse impuls. Om belemmeringen weg te nemen die innovaties in de weg staan, krijgen kringloopboeren experimenteergebieden toegewezen. De omslag naar een sterke en duurzame landbouw krijgt verder vorm door wet- en regelgeving aan te passen om het gebruik van kunstmest terug te dringen en dierlijke mest te bevorderen. Om (voedsel)reststromen vaker als veevoer te kunnen gebruiken, gaat ook regelgeving op de schop. Voor boeren die hun bedrijf natuurinclusief willen maken maar onvoldoende grond hebben, stelt Staatbosbeheer grond beschikbaar.
Dat schrijft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in het realisatieplan van haar visie op een duurzame en sterke landbouw in 2030, dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. In dat realisatieplan ‘Op weg met perspectief’ dat in nauwe samenwerking met boeren en andere partijen tot stand is gekomen, doet de minister uit de doeken hoe de beweging naar kringlooplandbouw in gang is gezet en onomkeerbaar is.
Minister Schouten: “Niet langer zoveel mogelijk zo goedkoop produceren, maar produceren met zo min mogelijk verlies aan grondstoffen en een zorgvuldig beheer van bodem, water en natuur. Dat is de kern van kringlooplandbouw, waar we met elkaar aan werken. Dit is niet iets van overheden alleen. De verandering slaagt alleen met de hulp en inzet van banken, de retail, maatschappelijke organisaties, consumenten en uiteraard de boer zelf: hij of zij moet een goed inkomen verdienen en kunnen innoveren om zo een gezond bedrijf in stand houden. Onze agrarische sector staat er wereldwijd al decennia lang goed op, daar ben ik trots op. Met kringlooplandbouw en de daarmee gepaard gaande innovaties is het onze ambitie deze positie te bestendigen.’
Om kringlooplandbouw te realiseren, gaat een flink deel van de LNV-begroting (135 miljoen euro in 2019) naar activiteiten die bijdragen aan de doelen van deze visie. Geld voor innovaties wordt hierop gericht. Ook is er geld beschikbaar uit de speciale enveloppen van het Regeerakkoord, zoals gelden voor de warme sanering varkenshouderij (200 miljoen euro) en voor het verbeteren van natuur- en waterkwaliteit (40 miljoen euro). Voor innovaties die aansluiten op de kringlooplandbouw en klimaatbestendige landbouw is in 2020 al 25 miljoen euro beschikbaar. In Europees verband wordt gewerkt aan het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2021-2027. Nederland zet zich in om de gelden die hieruit naar Nederlandse boeren en tuinders vloeien zoveel mogelijk in te zetten voor de transitie naar kringlooplandbouw. Het realisatieplan helpt om de ambitie van de sectortafel Landbouw en Landgebruik om in het kader van het Klimaatakkoord een Co2-reductie van 6 Mton te realiseren in plaats van 3,5 Mton. Het kabinet zal hiervoor binnenkort middelen beschikbaar stellen.
Boeren die de omslag naar kringlooplandbouw willen maken, lopen soms tegen knellende wetten en regels op. De minister gaat – om innovatie een forse impuls te geven – in eerste instantie in een vijftal gebieden agrariërs ruimte geven om tijdelijk af te wijken van bepalingen in wet- en regelgeving. Zo komen er experimenten in de Achterhoek (sluiten van kringlopen), De Peel (mest, nieuwe teelten), Twente (zelfvoorzienend landgoed Twickel, bodem- en waterkwaliteit), Flevoland (precisielandbouw, bodemkwaliteit) en Noord Nederland (natuurinclusieve landbouw, vitaal platteland). Rijk en regio gaan hier samen met ondernemers verkennen hoe nieuwe, verdergaande stappen op weg naar kringlooplandbouw kunnen worden gezet.
De voer-mest-kringloop in Nederland is niet gesloten. Streefbeeld is om weilanden, akkerland en tuinbouw te bemesten met hoogwaardige meststoffen, waaronder meer lokaal beschikbare reststromen, compost of dierlijke mest. Kunstmestgebruik zal worden ontmoedigd. In het najaar worden de contouren van de fundamentele herziening van het mestbeleid duidelijk. Cruciaal is om nutriënten uit dierlijke en humane ontlasting te herwinnen en goed te benutten. In Europees verband pleit Nederland om hoogwaardige meststoffen in te zetten als kunstmestvervanger. Het ministerie ondersteunt proefprojecten naar de effecten hiervan op landbouw en milieu.
Het meeste diervoer bestaat nu uit restproducten uit de voedingsindustrie en direct als diervoerder geproduceerde grondstoffen zoals granen, maïs en ruwvoeder – afkomstig uit alle werelddelen. De minister wil het aandeel reststromen als grondstof voor diervoer vergroten. Komende zomer zal een speciaal ‘team Reststromen’ starten om ondernemers te helpen hier een slag in te maken. In het voorjaar van 2020 moeten er afspraken zijn met het bedrijfsleven om alle niet door de mens geconsumeerde restproducten uit de voedselproductie en voedselconsumptie te hergebruiken. Voor diervoer, of als meststof voor plantaardige productie. Randvoorwaarden zijn uiteraard de (voedsel)veiligheid en economische haalbaarheid.
In 2020 komt er een nulmeting naar de status van landbouwbodems in Nederland en komen er eenduidige meetmethodes om de staat van de bodems in de toekomst te blijven monitoren. In september is er de eerste (en jaarlijks terugkerende) Bodemtop om onder meer kennis uit te wisselen.
Met precisielandbouw kan aan de hand van technologie precies bepaald worden wat de bodem, gewassen of vee nodig hebben. Naar verwachting na de zomer wordt de Nationale Agenda Precisielandbouw gepresenteerd. Vooruitlopend daarop zijn dit jaar 10 boeren gestart met precisielandbouw. In 2020 zullen er weer 10 volgen. Onderzocht wordt hoe techniek kan helpen om grasland beter te bemesten, nesten en fauna in grasland beter te beschermen en hoe techniek kan bijdragen aan betere onkruidbestrijding.
Agrarisch ondernemers tekenen met Staatsbosbeheer een samenwerkingscontract, waarmee het mogelijk wordt om enkele duizenden hectares pachtgronden die vrijkomen in te zetten voor boeren die zich willen ontwikkelen naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Deze experimenten leveren kennis en goede voorbeelden op die worden gedeeld met de sector. In totaal zullen circa 40 agrarische bedrijven aan het programma Natuurinclusieve Landbouw gaan deelnemen.
Om de omslag naar kringlooplandbouw te maken is de positie van de boer cruciaal: hij of zij moet voldoende waardering én inkomen krijgen om de nodige investeringen terug te verdienen. Er komen initiatieven om het verdienvermogen van boeren te verbeteren. Een advies over wat de belangrijkste randvoorwaarden zijn voor het verdienvermogen van agrariërs bij de omschakeling naar circulaire landbouw volgt nog dit jaar.
Toegang tot investeringen is belangrijk, evenals de beloning voor maatschappelijke diensten, denk aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Met het bedrijfsovernamefonds voor jonge boeren ontstaat er financiële ruimte om op het moment van en vlak na bedrijfsovername te investeren in duurzame bedrijfsontwikkeling.
Het tegengaan van oneerlijke handelspraktijken is een voorwaarde. Een aantal oneerlijke handelspraktijken wordt daarom wettelijk verboden en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zal toezicht houden op de naleving van deze wettelijke bepalingen én via een speciale monitor onderzoeken hoe de prijsvorming in de keten van producent tot consument plaatsvindt. Ook komt er een geschillencommissie waar boeren terecht kunnen voor laagdrempelige en onafhankelijk geschilbeslechting. De ACM ziet erop toe dat boeren en tuinders hogere prijzen ontvangen van afnemers die bovenwettelijke eisen stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid of dierenwelzijn.
Dat schrijft minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in het realisatieplan van haar visie op een duurzame en sterke landbouw in 2030, dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. In dat realisatieplan ‘Op weg met perspectief’ dat in nauwe samenwerking met boeren en andere partijen tot stand is gekomen, doet de minister uit de doeken hoe de beweging naar kringlooplandbouw in gang is gezet en onomkeerbaar is.
Minister Schouten: “Niet langer zoveel mogelijk zo goedkoop produceren, maar produceren met zo min mogelijk verlies aan grondstoffen en een zorgvuldig beheer van bodem, water en natuur. Dat is de kern van kringlooplandbouw, waar we met elkaar aan werken. Dit is niet iets van overheden alleen. De verandering slaagt alleen met de hulp en inzet van banken, de retail, maatschappelijke organisaties, consumenten en uiteraard de boer zelf: hij of zij moet een goed inkomen verdienen en kunnen innoveren om zo een gezond bedrijf in stand houden. Onze agrarische sector staat er wereldwijd al decennia lang goed op, daar ben ik trots op. Met kringlooplandbouw en de daarmee gepaard gaande innovaties is het onze ambitie deze positie te bestendigen.’
Om kringlooplandbouw te realiseren, gaat een flink deel van de LNV-begroting (135 miljoen euro in 2019) naar activiteiten die bijdragen aan de doelen van deze visie. Geld voor innovaties wordt hierop gericht. Ook is er geld beschikbaar uit de speciale enveloppen van het Regeerakkoord, zoals gelden voor de warme sanering varkenshouderij (200 miljoen euro) en voor het verbeteren van natuur- en waterkwaliteit (40 miljoen euro). Voor innovaties die aansluiten op de kringlooplandbouw en klimaatbestendige landbouw is in 2020 al 25 miljoen euro beschikbaar. In Europees verband wordt gewerkt aan het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) voor de periode 2021-2027. Nederland zet zich in om de gelden die hieruit naar Nederlandse boeren en tuinders vloeien zoveel mogelijk in te zetten voor de transitie naar kringlooplandbouw. Het realisatieplan helpt om de ambitie van de sectortafel Landbouw en Landgebruik om in het kader van het Klimaatakkoord een Co2-reductie van 6 Mton te realiseren in plaats van 3,5 Mton. Het kabinet zal hiervoor binnenkort middelen beschikbaar stellen.
Boeren die de omslag naar kringlooplandbouw willen maken, lopen soms tegen knellende wetten en regels op. De minister gaat – om innovatie een forse impuls te geven – in eerste instantie in een vijftal gebieden agrariërs ruimte geven om tijdelijk af te wijken van bepalingen in wet- en regelgeving. Zo komen er experimenten in de Achterhoek (sluiten van kringlopen), De Peel (mest, nieuwe teelten), Twente (zelfvoorzienend landgoed Twickel, bodem- en waterkwaliteit), Flevoland (precisielandbouw, bodemkwaliteit) en Noord Nederland (natuurinclusieve landbouw, vitaal platteland). Rijk en regio gaan hier samen met ondernemers verkennen hoe nieuwe, verdergaande stappen op weg naar kringlooplandbouw kunnen worden gezet.
De voer-mest-kringloop in Nederland is niet gesloten. Streefbeeld is om weilanden, akkerland en tuinbouw te bemesten met hoogwaardige meststoffen, waaronder meer lokaal beschikbare reststromen, compost of dierlijke mest. Kunstmestgebruik zal worden ontmoedigd. In het najaar worden de contouren van de fundamentele herziening van het mestbeleid duidelijk. Cruciaal is om nutriënten uit dierlijke en humane ontlasting te herwinnen en goed te benutten. In Europees verband pleit Nederland om hoogwaardige meststoffen in te zetten als kunstmestvervanger. Het ministerie ondersteunt proefprojecten naar de effecten hiervan op landbouw en milieu.
Het meeste diervoer bestaat nu uit restproducten uit de voedingsindustrie en direct als diervoerder geproduceerde grondstoffen zoals granen, maïs en ruwvoeder – afkomstig uit alle werelddelen. De minister wil het aandeel reststromen als grondstof voor diervoer vergroten. Komende zomer zal een speciaal ‘team Reststromen’ starten om ondernemers te helpen hier een slag in te maken. In het voorjaar van 2020 moeten er afspraken zijn met het bedrijfsleven om alle niet door de mens geconsumeerde restproducten uit de voedselproductie en voedselconsumptie te hergebruiken. Voor diervoer, of als meststof voor plantaardige productie. Randvoorwaarden zijn uiteraard de (voedsel)veiligheid en economische haalbaarheid.
In 2020 komt er een nulmeting naar de status van landbouwbodems in Nederland en komen er eenduidige meetmethodes om de staat van de bodems in de toekomst te blijven monitoren. In september is er de eerste (en jaarlijks terugkerende) Bodemtop om onder meer kennis uit te wisselen.
Met precisielandbouw kan aan de hand van technologie precies bepaald worden wat de bodem, gewassen of vee nodig hebben. Naar verwachting na de zomer wordt de Nationale Agenda Precisielandbouw gepresenteerd. Vooruitlopend daarop zijn dit jaar 10 boeren gestart met precisielandbouw. In 2020 zullen er weer 10 volgen. Onderzocht wordt hoe techniek kan helpen om grasland beter te bemesten, nesten en fauna in grasland beter te beschermen en hoe techniek kan bijdragen aan betere onkruidbestrijding.
Agrarisch ondernemers tekenen met Staatsbosbeheer een samenwerkingscontract, waarmee het mogelijk wordt om enkele duizenden hectares pachtgronden die vrijkomen in te zetten voor boeren die zich willen ontwikkelen naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Deze experimenten leveren kennis en goede voorbeelden op die worden gedeeld met de sector. In totaal zullen circa 40 agrarische bedrijven aan het programma Natuurinclusieve Landbouw gaan deelnemen.
Om de omslag naar kringlooplandbouw te maken is de positie van de boer cruciaal: hij of zij moet voldoende waardering én inkomen krijgen om de nodige investeringen terug te verdienen. Er komen initiatieven om het verdienvermogen van boeren te verbeteren. Een advies over wat de belangrijkste randvoorwaarden zijn voor het verdienvermogen van agrariërs bij de omschakeling naar circulaire landbouw volgt nog dit jaar.
Toegang tot investeringen is belangrijk, evenals de beloning voor maatschappelijke diensten, denk aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Met het bedrijfsovernamefonds voor jonge boeren ontstaat er financiële ruimte om op het moment van en vlak na bedrijfsovername te investeren in duurzame bedrijfsontwikkeling.
Het tegengaan van oneerlijke handelspraktijken is een voorwaarde. Een aantal oneerlijke handelspraktijken wordt daarom wettelijk verboden en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) zal toezicht houden op de naleving van deze wettelijke bepalingen én via een speciale monitor onderzoeken hoe de prijsvorming in de keten van producent tot consument plaatsvindt. Ook komt er een geschillencommissie waar boeren terecht kunnen voor laagdrempelige en onafhankelijk geschilbeslechting. De ACM ziet erop toe dat boeren en tuinders hogere prijzen ontvangen van afnemers die bovenwettelijke eisen stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van duurzaamheid of dierenwelzijn.
Geen opmerkingen: