'Waardeonderzoek cruciaal voor werkend circulair systeem'
In 2050 moet de Nederlandse samenleving zijn getransformeerd in een zogenoemde circulaire economie. In deze duurzame recycle-economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. De technologieën om deze ambitie van het Nederlandse kabinet waar te maken, bestaan al. Daarom is het nu tijd voor de volgende stap: hoe krijgt het kabinet burgers en bedrijven aan boord?
Volgens onderzoeker Wouter Meys van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) moeten bewoners en bedrijven zelf meer de samenwerking met elkaar opzoeken. “Ze kunnen bijvoorbeeld hulpbronnen delen en gezamenlijk duurzame energie opwekken.” Vanuit het lectoraat Play & Civic Media is een groep onderzoekers opgestaan die zich onder leiding van Meys en persoonlijk lector Martijn de Waal buigt over de maatschappelijke implementatie van de technologieën die nodig zijn om een economie circulair te krijgen.
“Neem zonnepanelen”, legt Meys uit. “Stel je voor dat ik die op mijn dak heb en zodoende energie opwek. Jij wilt die groene energie ook, maar hebt geen zonnepanelen. Dan kun je eventueel energie van mijn huis aftappen en in ruil daarvoor iets aanbieden, zoals zelfgemaakte compost.” Uit het recente onderzoek Circulaire economie in kaart van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat veel van de huidige circulaire activiteiten nog gericht zijn op recycling; het hergebruik van plastic of andere afvalstromen als grondstof voor nieuwe producten. De onderzoekers van de HvA onderstrepen de conclusie van het PBL dat er meer voor nodig is om een volledig circulaire economie te worden. Om de samenleving structureel duurzamer te maken, zijn er systemen en regels nodig.
Platformisering zorgt ervoor dat steeds meer sociale en economische activiteiten via digitale platforms verlopen. Denk aan sociale netwerken als Facebook, informatievoorziening via buurtwebsites en platforms als Airbnb, Peerby en Snappcar. Ook vraag en aanbod op het gebied van circulaire economie kunnen via dit soort digitale marktplaatsen op lokaal niveau worden georganiseerd. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van lokale collectieven voor het opwekken en uitwisselen van duurzame energie. De opkomst van blockchain is daarnaast een ontwikkeling die nieuwe mogelijkheden biedt voor de administratie van dit soort platforms. Blockchain is een decentraal boekhoudsysteem dat gebruikt kan worden om sociale en economische transacties op buurtniveau te verrekenen.
In Nederland bestaan al lokale platformen voor de circulaire economie, waarop burgers met elkaar samenwerken en diensten uitruilen. Zo hebben mkb-bedrijven Spectral en Metabolic een digitale munt ontwikkeld (de Jouliette) voor De Ceuvel, een creatieve broedplaats in Amsterdam-Noord. Lokale partijen gebruiken die munt als transactiemiddel voor een marktplaats die ze voor duurzame energie hebben opgezet.
Toch staat de ontwikkeling van deze platformen nog in de kinderschoenen. Mkb-bedrijven worstelen met vraagstukken als: wie moet er voorrang krijgen in een lokaal energiesysteem als de zon niet schijnt, en de een zijn wasmachine aan wil zetten, en de ander zijn auto op wil laden? Welke criteria hanteert het systeem dan? De onderzoekers van de HvA houden zich daarom bezig met een waardeonderzoek. “Welke waarden voeren de boventoon?”, aldus Meys. “Gaat het bijvoorbeeld om economische of ethische belangen, of speelt de factor tijd een rol?”
De HvA doet nader onderzoek bij De Ceuvel en kreeg daarvoor een RAAK-mkb-subsidie van Regieorgaan SIA. “We gaan bijvoorbeeld onderzoeken hoe een administratiesysteem voor zo'n digitale munt de waarden van de gemeenschap kan ondersteunen”, vertelt hoofdonderzoeker Inte Gloerich.
Onderzoek naar waarden wordt nog niet of nauwelijks toegepast. Volgens de onderzoekers betreft het echter een cruciaal gedeelte om systemen in een gemeenschap werkend te krijgen. Gloerich: “Een research-through-design aanpak geldt daarbij als hulpmiddel: je leert van datgene dat je werkelijk aan het maken bent. Het onderzoek resulteert dan ook in tools, scenario’s en design-principes die mkb-bedrijven toe kunnen passen bij de verdere ontwikkeling van lokale platformen voor de circulaire economie.”
Over twee jaar is de studie naar de waarden van een duurzame recycle-economie afgerond en delen de onderzoekers hun kennis. Het project Design Thinking for the Circular Economy van persoonlijk lector Martijn de Waal, hoofdonderzoekers Inte Gloerich, Gabriele Ferri en Nazli Cila, en projectleider Wouter Meys is een grootschalig HvA-onderzoek waarin wordt samengewerkt met verschillende partners uit de praktijk. Studenten hebben eveneens een actieve rol in de verzameling van data.
Volgens onderzoeker Wouter Meys van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) moeten bewoners en bedrijven zelf meer de samenwerking met elkaar opzoeken. “Ze kunnen bijvoorbeeld hulpbronnen delen en gezamenlijk duurzame energie opwekken.” Vanuit het lectoraat Play & Civic Media is een groep onderzoekers opgestaan die zich onder leiding van Meys en persoonlijk lector Martijn de Waal buigt over de maatschappelijke implementatie van de technologieën die nodig zijn om een economie circulair te krijgen.
“Neem zonnepanelen”, legt Meys uit. “Stel je voor dat ik die op mijn dak heb en zodoende energie opwek. Jij wilt die groene energie ook, maar hebt geen zonnepanelen. Dan kun je eventueel energie van mijn huis aftappen en in ruil daarvoor iets aanbieden, zoals zelfgemaakte compost.” Uit het recente onderzoek Circulaire economie in kaart van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) blijkt dat veel van de huidige circulaire activiteiten nog gericht zijn op recycling; het hergebruik van plastic of andere afvalstromen als grondstof voor nieuwe producten. De onderzoekers van de HvA onderstrepen de conclusie van het PBL dat er meer voor nodig is om een volledig circulaire economie te worden. Om de samenleving structureel duurzamer te maken, zijn er systemen en regels nodig.
Platformisering zorgt ervoor dat steeds meer sociale en economische activiteiten via digitale platforms verlopen. Denk aan sociale netwerken als Facebook, informatievoorziening via buurtwebsites en platforms als Airbnb, Peerby en Snappcar. Ook vraag en aanbod op het gebied van circulaire economie kunnen via dit soort digitale marktplaatsen op lokaal niveau worden georganiseerd. Denk bijvoorbeeld aan de opkomst van lokale collectieven voor het opwekken en uitwisselen van duurzame energie. De opkomst van blockchain is daarnaast een ontwikkeling die nieuwe mogelijkheden biedt voor de administratie van dit soort platforms. Blockchain is een decentraal boekhoudsysteem dat gebruikt kan worden om sociale en economische transacties op buurtniveau te verrekenen.
In Nederland bestaan al lokale platformen voor de circulaire economie, waarop burgers met elkaar samenwerken en diensten uitruilen. Zo hebben mkb-bedrijven Spectral en Metabolic een digitale munt ontwikkeld (de Jouliette) voor De Ceuvel, een creatieve broedplaats in Amsterdam-Noord. Lokale partijen gebruiken die munt als transactiemiddel voor een marktplaats die ze voor duurzame energie hebben opgezet.
Toch staat de ontwikkeling van deze platformen nog in de kinderschoenen. Mkb-bedrijven worstelen met vraagstukken als: wie moet er voorrang krijgen in een lokaal energiesysteem als de zon niet schijnt, en de een zijn wasmachine aan wil zetten, en de ander zijn auto op wil laden? Welke criteria hanteert het systeem dan? De onderzoekers van de HvA houden zich daarom bezig met een waardeonderzoek. “Welke waarden voeren de boventoon?”, aldus Meys. “Gaat het bijvoorbeeld om economische of ethische belangen, of speelt de factor tijd een rol?”
De HvA doet nader onderzoek bij De Ceuvel en kreeg daarvoor een RAAK-mkb-subsidie van Regieorgaan SIA. “We gaan bijvoorbeeld onderzoeken hoe een administratiesysteem voor zo'n digitale munt de waarden van de gemeenschap kan ondersteunen”, vertelt hoofdonderzoeker Inte Gloerich.
Onderzoek naar waarden wordt nog niet of nauwelijks toegepast. Volgens de onderzoekers betreft het echter een cruciaal gedeelte om systemen in een gemeenschap werkend te krijgen. Gloerich: “Een research-through-design aanpak geldt daarbij als hulpmiddel: je leert van datgene dat je werkelijk aan het maken bent. Het onderzoek resulteert dan ook in tools, scenario’s en design-principes die mkb-bedrijven toe kunnen passen bij de verdere ontwikkeling van lokale platformen voor de circulaire economie.”
Over twee jaar is de studie naar de waarden van een duurzame recycle-economie afgerond en delen de onderzoekers hun kennis. Het project Design Thinking for the Circular Economy van persoonlijk lector Martijn de Waal, hoofdonderzoekers Inte Gloerich, Gabriele Ferri en Nazli Cila, en projectleider Wouter Meys is een grootschalig HvA-onderzoek waarin wordt samengewerkt met verschillende partners uit de praktijk. Studenten hebben eveneens een actieve rol in de verzameling van data.
Geen opmerkingen: