Principes voor circulair ontwerpen
Rijkswaterstaat wil in 2030 volledig circulair werken. Dit betekent dat circulaire criteria in alle processen, werkwijzen en contracten een plek hebben gekregen. De 8 principes voor circulair ontwerpen, die in co-creatie zijn ontwikkeld door Rijkswaterstaat en advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos, zijn een hulpmiddel om dit te stimuleren. 'Circulair ontwerpen is voor veel mensen een vrij vaag begrip', stelt Machiel Crielaard, adviseur circulaire economie bij Rijkswaterstaat. 'De circulaire ontwerpprincipes moeten het concreter maken.'
Om in 2030 minder primaire materialen te gebruiken en geen afval meer te produceren, is het zaak om al bij het ontwerp van een (vaar)weg of bouwwerk na te denken over toekomstig hergebruik. En dit ook in de uitvragen aan de markt goed mee te nemen. 'Het is al 2018', stelt Crielaard. 'Dat betekent dat Rijkswaterstaat over twaalf jaar volledig circulair wil werken. Zet je dit bijvoorbeeld af tegen langlopende MIRT-trajecten, dan is de noodzaak om hier nu al over na te denken evident. De principes voor circulair ontwerpen, die we samen met Witteveen+Bos hebben opgesteld, geven hier invulling aan. Zo zorgen we ervoor dat keuzes voor een circulaire economie al vanaf de eerste fase in langjarige trajecten worden meegenomen. Deze afwegingen komen op verschillende momenten in het MIRT-proces terug.'
De principes zijn praktisch van aard. 'Ze zijn bedoeld als denkraam bij het maken van ontwerpkeuzes', stelt Rob Dijcker, adviseur circulaire economie bij Witteveen+Bos. 'Het doel is om beleidsmakers, adviseurs, ontwerpers en beheerders – binnen en buiten Rijkswaterstaat – te helpen bij het toepassen van circulaire principes in hun werk.'
Rijkswaterstaat en Witteveen+Bos hebben intensief samengewerkt bij het opstellen van de principes, en bij de uitwerking ervan met praktische tips en voorbeelden. Centraal stond het samen kennis opdoen in projecten. Dijcker legt uit dat Witteveen+Bos de principes daarom al heeft toegepast in het circulaire ontwerp voor het tracébesluit van de wegverbreding van de snelweg A58. 'We hebben twee vliegen in een klap geslagen. Niet alleen hebben we het A58-project geholpen met hun circulaire doelstellingen. Ook hebben we kennis en ervaring opgedaan over de toepassing van de principes. Daaruit blijkt dat de 8 ontwerpprincipes helpen om eenduidig inzicht te geven in waar kansen liggen voor een circulair(der) ontwerp. Ze tonen alle mogelijkheden en handelingsperspectieven in een project.'
Dijcker stelt dat de principes worden gezien als een levende leidraad. 'Als er nieuwe inzichten zijn, scherpen we ze graag aan. De principes vormen een denkrichting en zijn geen kant-en-klare oplossing. Zijn er concrete ideeën of ervaringen, zowel bij RWS als bij andere organisaties, dan horen we dat graag. Zo bouwen we samen aan een circulaire economie.' Rijkswaterstaat werkt daarnaast aan een concrete handreiking voor het verduurzamen van het MIRT-proces in het kader van de circulaire economie. De principes zijn hier een onderdeel van: door de principes nu al toe te passen in het ontwerpproces van GWW-projecten kunnen binnen projecten nu al slagen worden gemaakt voor de circulaire economie.
Om in 2030 minder primaire materialen te gebruiken en geen afval meer te produceren, is het zaak om al bij het ontwerp van een (vaar)weg of bouwwerk na te denken over toekomstig hergebruik. En dit ook in de uitvragen aan de markt goed mee te nemen. 'Het is al 2018', stelt Crielaard. 'Dat betekent dat Rijkswaterstaat over twaalf jaar volledig circulair wil werken. Zet je dit bijvoorbeeld af tegen langlopende MIRT-trajecten, dan is de noodzaak om hier nu al over na te denken evident. De principes voor circulair ontwerpen, die we samen met Witteveen+Bos hebben opgesteld, geven hier invulling aan. Zo zorgen we ervoor dat keuzes voor een circulaire economie al vanaf de eerste fase in langjarige trajecten worden meegenomen. Deze afwegingen komen op verschillende momenten in het MIRT-proces terug.'
De principes zijn praktisch van aard. 'Ze zijn bedoeld als denkraam bij het maken van ontwerpkeuzes', stelt Rob Dijcker, adviseur circulaire economie bij Witteveen+Bos. 'Het doel is om beleidsmakers, adviseurs, ontwerpers en beheerders – binnen en buiten Rijkswaterstaat – te helpen bij het toepassen van circulaire principes in hun werk.'
Rijkswaterstaat en Witteveen+Bos hebben intensief samengewerkt bij het opstellen van de principes, en bij de uitwerking ervan met praktische tips en voorbeelden. Centraal stond het samen kennis opdoen in projecten. Dijcker legt uit dat Witteveen+Bos de principes daarom al heeft toegepast in het circulaire ontwerp voor het tracébesluit van de wegverbreding van de snelweg A58. 'We hebben twee vliegen in een klap geslagen. Niet alleen hebben we het A58-project geholpen met hun circulaire doelstellingen. Ook hebben we kennis en ervaring opgedaan over de toepassing van de principes. Daaruit blijkt dat de 8 ontwerpprincipes helpen om eenduidig inzicht te geven in waar kansen liggen voor een circulair(der) ontwerp. Ze tonen alle mogelijkheden en handelingsperspectieven in een project.'
Dijcker stelt dat de principes worden gezien als een levende leidraad. 'Als er nieuwe inzichten zijn, scherpen we ze graag aan. De principes vormen een denkrichting en zijn geen kant-en-klare oplossing. Zijn er concrete ideeën of ervaringen, zowel bij RWS als bij andere organisaties, dan horen we dat graag. Zo bouwen we samen aan een circulaire economie.' Rijkswaterstaat werkt daarnaast aan een concrete handreiking voor het verduurzamen van het MIRT-proces in het kader van de circulaire economie. De principes zijn hier een onderdeel van: door de principes nu al toe te passen in het ontwerpproces van GWW-projecten kunnen binnen projecten nu al slagen worden gemaakt voor de circulaire economie.
Geen opmerkingen: