Materialen infraprojecten registreren voor hergebruik
Rijkswaterstaat, Alliander, ProRail en Madaster hebben de handen ineen geslagen om het materiaalgebruik in infraprojecten beter te registeren. Ze beginnen met een 'leeromgeving' en willen uiteindelijk komen tot een 'online materialenbibliotheek', die hergebruik van de materialen sterk moet vereenvoudigen.
De nationale infrastructuur is grootgebruiker van materialen: van koper in stroomkabels, tot asfalt op wegen en metaal in spoorwegen. Als bekend is welke materialen in een brug of spoorproject zijn gebruikt en welke eigenschappen die hebben (het zogenoemde materiaalpaspoort), kunnen opdrachtnemers en –gevers die eenvoudiger hoogwaardig hergebruiken. Dit draagt bij aan het doel van de overheid om in 2050 een geheel circulaire economie te hebben. In een circulaire economie worden grondstoffen steeds weer opnieuw gebruikt zonder dat ze waarde verliezen.
De initiatiefnemers zijn begonnen met de leeromgeving om in de praktijk meer ervaring op te doen met het vastleggen van gedetailleerde informatie over materialen. Welke informatie is al beschikbaar, wat is aanvullend nodig en hoe valt dat te beheren? De leeromgeving wordt bij een aantal infrastructurele projecten gebruikt. De projecten omvatten diverse categorieën infrastructuur, waaronder wegen, waterwegen, spoorwegen en kabels. De projecten vinden waar mogelijk plaats in samenwerking met overheden, aannemers en adviesbureaus om zoveel mogelijk ervaring en kennis op te doen. In mei 2018 worden de ervaringen met de leeromgeving gepresenteerd tijdens een Madaster Infra-seminar.
Het doel is om uiteindelijk tot een online bibliotheek, ofwel kadaster, te komen van gebruikte materialen in infraprojecten. Die wordt voor andere opdrachtgevers en -nemers toegankelijk. Zij kunnen dan nagaan in welke projecten bepaalde materialen zijn gebruikt. Dit brengt hoogwaardig hergebruik binnen handbereik.
De nationale infrastructuur is grootgebruiker van materialen: van koper in stroomkabels, tot asfalt op wegen en metaal in spoorwegen. Als bekend is welke materialen in een brug of spoorproject zijn gebruikt en welke eigenschappen die hebben (het zogenoemde materiaalpaspoort), kunnen opdrachtnemers en –gevers die eenvoudiger hoogwaardig hergebruiken. Dit draagt bij aan het doel van de overheid om in 2050 een geheel circulaire economie te hebben. In een circulaire economie worden grondstoffen steeds weer opnieuw gebruikt zonder dat ze waarde verliezen.
De initiatiefnemers zijn begonnen met de leeromgeving om in de praktijk meer ervaring op te doen met het vastleggen van gedetailleerde informatie over materialen. Welke informatie is al beschikbaar, wat is aanvullend nodig en hoe valt dat te beheren? De leeromgeving wordt bij een aantal infrastructurele projecten gebruikt. De projecten omvatten diverse categorieën infrastructuur, waaronder wegen, waterwegen, spoorwegen en kabels. De projecten vinden waar mogelijk plaats in samenwerking met overheden, aannemers en adviesbureaus om zoveel mogelijk ervaring en kennis op te doen. In mei 2018 worden de ervaringen met de leeromgeving gepresenteerd tijdens een Madaster Infra-seminar.
Het doel is om uiteindelijk tot een online bibliotheek, ofwel kadaster, te komen van gebruikte materialen in infraprojecten. Die wordt voor andere opdrachtgevers en -nemers toegankelijk. Zij kunnen dan nagaan in welke projecten bepaalde materialen zijn gebruikt. Dit brengt hoogwaardig hergebruik binnen handbereik.
Geen opmerkingen: