Westas: programma voor versnellen circulaire economie
Luchthaven Schiphol, Haven van Amsterdam, Greenport Aalsmeer en Digital Gateway Amsterdam, Rijk, provincie Noord-Holland en gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer en Aalsmeer bundelen hun krachten bij de transitie naar een circulaire economie. Met het programma Westas willen de partijen nieuwe initiatieven van het bedrijfsleven en kennisinstellingen sneller realiseren.
Het programma onderzoekt tegelijkertijd welke fysieke ruimte voor een circulaire economie nodig is.Gedeputeerde Jack van der Hoek,voorzitter van de stuurgroep Westas: “De omslag naar een circulaire economie is essentieel voor een duurzame toekomst. Om stappen te kunnen zetten moeten bedrijven en overheden samenwerken. We kunnen niet los van anderen tot resultaat komen: het afval of restproduct van de een, is de grondstof voor de ander.”
Een inventarisatie van 49 werklocaties toont dat sterke grondeigenaren, zoals de luchthaven en de haven, al veel initiatieven hebben genomen bijvoorbeeld bij gebruik van circulaire materialen in de buitenruimte of bij het terugbrengen van het energiegebruik door LED-verlichting. Op de overige locaties aan de westkant van Amsterdam is nog een extra inspanning nodig.
Van der Hoek: “In het Westasprogramma, waarin we ons richten op de versnelling van een nieuwe circulaire economie aan de westkant van Amsterdam, is het makkelijker om projecten op te schalen omdat hier drie overheidsniveaus samenwerken met grote logistieke knooppunten waardoor er meer slagkracht is. Goede samenwerking van overheden biedt tegelijkertijd een vestigingsvoordeel op bij het aantrekken van nieuwe bedrijven.”
Het programma onderzoekt ook welke fysieke ruimte voor een circulaire economie nodig is.
Van der Hoek: “De circulaire economie heeft ook ruimtelijk gevolgen. Daar is tot op heden nog weinig aandacht voor. De Westaspartners hebben voor het eerst laten onderzoeken wat een circulaire economie kan betekenen voor het ruimtegebruik en in het bijzonder voor de transitie van het bestaande ruimtegebruik. Ogenschijnlijk simpele zaken komen daarbij aan de orde zoals de ondergrondse ruimte voor warmte-/CO2-leidingen, ruimte voor opslag en uitruil van bouwmaterialen, de import en export van biomassa en de plaats waar productieclusters moeten komen.”
Geen opmerkingen: