Covestro en Recticel produceren isolatiepanelen uit restgassen van staalindustrie
Hoe kunnen rookgassen afkomstig uit de industrie nuttig worden ingezet om waardevolle materialen te produceren en tegelijkertijd aardolie uit te sparen?
Het onderzoeksconsortium van het project Carbon4PUR vond antwoorden op deze vraag en presenteerde recent zijn eindresultaten na drie en een half jaar onderzoekswerk.
Maar liefst 14 industriële en academische partners uit zeven landen werkten samen in het door de Europese Unie gefinancierde en sectoroverschrijdende project Carbon4PUR (subsidieovereenkomst nr. 768919). Onder hen: Covestro, ArcelorMittal, Recticel en de Universiteiten van Gent en Leiden.
Het consortium, onder leiding van materialenproducent Covestro, onderzocht nieuwe technologieën waarmee hoogovengassen van staalfabrieken omgezet kunnen worden in polyurethaantoepassingen en meer bepaald hoe koolstofmonoxide (CO) en -dioxide (CO₂) uit het hoogovengas van de staalproductie kunnen worden gebruikt als koolstofbron voor polyolen. Het was de Universiteit van Gent die instond voor de zuivering van de restgassen tot een mix van koolstofmonoxide en koolstofdioxide. Polyolen zijn belangrijke tussenproducten voor isolatiematerialen en coatings op basis van polyurethaan. Ze worden meestal gemaakt op basis van ruwe olie.
De conclusie: Zowel ecologisch als economisch werd de nieuwe technologie als gunstig beoordeeld. Restgas kan terug in de kringloop worden gebracht en weer efficiënt ingezet worden om er waardevolle materialen mee te maken.
De resultaten van het onderzoeksproject kunnen een revolutie teweeg te brengen in industriële productieprocessen.
Het onderzoeksconsortium van het project Carbon4PUR vond antwoorden op deze vraag en presenteerde recent zijn eindresultaten na drie en een half jaar onderzoekswerk.
Maar liefst 14 industriële en academische partners uit zeven landen werkten samen in het door de Europese Unie gefinancierde en sectoroverschrijdende project Carbon4PUR (subsidieovereenkomst nr. 768919). Onder hen: Covestro, ArcelorMittal, Recticel en de Universiteiten van Gent en Leiden.
Het consortium, onder leiding van materialenproducent Covestro, onderzocht nieuwe technologieën waarmee hoogovengassen van staalfabrieken omgezet kunnen worden in polyurethaantoepassingen en meer bepaald hoe koolstofmonoxide (CO) en -dioxide (CO₂) uit het hoogovengas van de staalproductie kunnen worden gebruikt als koolstofbron voor polyolen. Het was de Universiteit van Gent die instond voor de zuivering van de restgassen tot een mix van koolstofmonoxide en koolstofdioxide. Polyolen zijn belangrijke tussenproducten voor isolatiematerialen en coatings op basis van polyurethaan. Ze worden meestal gemaakt op basis van ruwe olie.
De conclusie: Zowel ecologisch als economisch werd de nieuwe technologie als gunstig beoordeeld. Restgas kan terug in de kringloop worden gebracht en weer efficiënt ingezet worden om er waardevolle materialen mee te maken.
De resultaten van het onderzoeksproject kunnen een revolutie teweeg te brengen in industriële productieprocessen.
Geen opmerkingen: