Zeer zorgwekkende stoffen belemmeren recycling
Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) kunnen het veilig recyclen van afvalstromen belemmeren in Nederland. Deze stoffen komen voor in een breed spectrum van afvalstromen. Voorbeelden zijn vlamvertragers in plastics, kleurstoffen in textiel of zware metalen in reststromen van de landbouw. Dit blijkt uit een verkennende studie van het RIVM.
ZZS worden door de Nederlandse overheid met voorrang aangepakt, omdat ze gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Het gaat daarbij om stoffen die kankerverwekkend zijn, de voortplanting belemmeren of zich ophopen in voedselketens. ZZS kunnen in afvalstromen zitten omdat ze bewust aan het proces of product zijn toegevoegd, of het kunnen verontreinigingen zijn.
Het is lastig om een compleet beeld te krijgen van ZZS in afvalstromen, omdat vaak informatie ontbreekt over de werkelijke concentraties ervan in het afval. Het RIVM doet aanbevelingen om aan te geven welke ZZS en afvalstromen als eerste aandacht moeten krijgen (prioriteren). Ook adviseert het RIVM om een afwegingskader te ontwikkelen om de meest geschikte afvalverwerkingsoptie te selecteren.
Het Rijksbrede beleidsprogramma ‘Nederland circulair in 2050’ benoemt vijf prioritaire ketens en sectoren voor de overgang naar een circulaire economie in Nederland: biomassa en voedsel, kunststoffen, de maakindustrie, de bouw en consumptiegoederen. Het RIVM onderzocht belangrijke afvalstromen in deze sectoren op de mate waarin ZZS voorkomen.
De resultaten zijn bruikbaar voor de uitvoering van het Landelijke Afvalstoffen Plan (LAP), dat gericht is op risicomanagement zo lang ZZS nog in gebruik of in omloop zijn. Het langere termijn streven moet zijn om veilige alternatieven voor ZZS te ontwikkelen, zodat ketens, ongeacht de latere toepassingen, op voorhand veilig zijn.
ZZS worden door de Nederlandse overheid met voorrang aangepakt, omdat ze gevaarlijk zijn voor mens en milieu. Het gaat daarbij om stoffen die kankerverwekkend zijn, de voortplanting belemmeren of zich ophopen in voedselketens. ZZS kunnen in afvalstromen zitten omdat ze bewust aan het proces of product zijn toegevoegd, of het kunnen verontreinigingen zijn.
Het is lastig om een compleet beeld te krijgen van ZZS in afvalstromen, omdat vaak informatie ontbreekt over de werkelijke concentraties ervan in het afval. Het RIVM doet aanbevelingen om aan te geven welke ZZS en afvalstromen als eerste aandacht moeten krijgen (prioriteren). Ook adviseert het RIVM om een afwegingskader te ontwikkelen om de meest geschikte afvalverwerkingsoptie te selecteren.
Het Rijksbrede beleidsprogramma ‘Nederland circulair in 2050’ benoemt vijf prioritaire ketens en sectoren voor de overgang naar een circulaire economie in Nederland: biomassa en voedsel, kunststoffen, de maakindustrie, de bouw en consumptiegoederen. Het RIVM onderzocht belangrijke afvalstromen in deze sectoren op de mate waarin ZZS voorkomen.
De resultaten zijn bruikbaar voor de uitvoering van het Landelijke Afvalstoffen Plan (LAP), dat gericht is op risicomanagement zo lang ZZS nog in gebruik of in omloop zijn. Het langere termijn streven moet zijn om veilige alternatieven voor ZZS te ontwikkelen, zodat ketens, ongeacht de latere toepassingen, op voorhand veilig zijn.
Geen opmerkingen: