'Kunststof scheiden is en blijft belangrijk'
De gescheiden inzameling en recycling van kunststof verpakkingen in Nederland is succesvol. Dat is een goede prestatie van burgers, bedrijfsleven en de overheid. Hierdoor worden grondstoffen gerecycled en wordt CO₂ bespaard. Het is dan ook belangrijk om hiermee door te gaan. Het succes van de kunststofinzameling leidt ook tot nieuwe uitdagingen. De vandaag door het CPB gepubliceerde notitie over de circulaire economie van kunststoffen schetst deze uitdagingen heel duidelijk. Bijstelling van het systeem is nodig om tot een hogere kwaliteit en daarmee meer milieuwinst te komen.
De gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen is de laatste jaren sterk gegroeid. Veel gemeenten zetten op dit moment grote stappen in het verbeteren van de afvalscheiding door huishoudens. Daarmee geven ze invulling aan de ambities van het Rijksbrede Programma voor de Circulaire Economie, wat beoogt om afvalstoffen zo veel mogelijk opnieuw in te zetten als grondstoffen.
Circa 80 procent van het ingezamelde kunststof wordt gerecycled. Een belangrijk deel hiervan vindt direct zijn weg als grondstof voor nieuw plastic. Een ander deel van het kunststofafval bestaat uit een mix van verschillende kunststofsoorten waarvan de recycling op dit moment moeilijker en duurder is. Om dit kunststof beter en hoogwaardiger te recyclen is het belangrijk dat de kunststoffen die op de markt komen beter te recyclen zijn, dat burgers het kunststof goed scheiden en gemeenten het zo zuiver mogelijk inzamelen, dat de sorteerfabrieken de kunststoffen zorgvuldig uit elkaar halen en dat producenten meer gerecycled kunststof toepassen in nieuwe producten. Daardoor kan de milieuwinst van de kunststofrecycling, nog verder toenemen.
De partijen die hierbij betrokken zijn: producenten, afvalbedrijven, recyclingindustrie, gemeenten en het Rijk zijn zich ten volle bewust van deze uitdagingen en werken al samen om tot oplossingen tot komen. Duidelijk is wel dat hier een serieuze opgave ligt en dat de kunststofrecycling niet van de ene dag op de andere een circulaire business case zal zijn. Een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen is hiervoor essentieel.
Wat niet werkt is de indruk wekken dat het allemaal geen zin heeft, dat is feitelijk onjuist en doet afbreuk aan het draagvlak wat nodig is om tot verbetering te komen. Belangrijk is juist om de blik op de toekomst gericht te houden. De notitie van het CPB geeft daarvoor goede aanknopingspunten.
De gescheiden inzameling van kunststof verpakkingen is de laatste jaren sterk gegroeid. Veel gemeenten zetten op dit moment grote stappen in het verbeteren van de afvalscheiding door huishoudens. Daarmee geven ze invulling aan de ambities van het Rijksbrede Programma voor de Circulaire Economie, wat beoogt om afvalstoffen zo veel mogelijk opnieuw in te zetten als grondstoffen.
Circa 80 procent van het ingezamelde kunststof wordt gerecycled. Een belangrijk deel hiervan vindt direct zijn weg als grondstof voor nieuw plastic. Een ander deel van het kunststofafval bestaat uit een mix van verschillende kunststofsoorten waarvan de recycling op dit moment moeilijker en duurder is. Om dit kunststof beter en hoogwaardiger te recyclen is het belangrijk dat de kunststoffen die op de markt komen beter te recyclen zijn, dat burgers het kunststof goed scheiden en gemeenten het zo zuiver mogelijk inzamelen, dat de sorteerfabrieken de kunststoffen zorgvuldig uit elkaar halen en dat producenten meer gerecycled kunststof toepassen in nieuwe producten. Daardoor kan de milieuwinst van de kunststofrecycling, nog verder toenemen.
De partijen die hierbij betrokken zijn: producenten, afvalbedrijven, recyclingindustrie, gemeenten en het Rijk zijn zich ten volle bewust van deze uitdagingen en werken al samen om tot oplossingen tot komen. Duidelijk is wel dat hier een serieuze opgave ligt en dat de kunststofrecycling niet van de ene dag op de andere een circulaire business case zal zijn. Een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen is hiervoor essentieel.
Wat niet werkt is de indruk wekken dat het allemaal geen zin heeft, dat is feitelijk onjuist en doet afbreuk aan het draagvlak wat nodig is om tot verbetering te komen. Belangrijk is juist om de blik op de toekomst gericht te houden. De notitie van het CPB geeft daarvoor goede aanknopingspunten.
Geen opmerkingen: