Ads Top

Slibverwerking in het gedrang

Bij het zuiveren van afvalwater ontstaat zuiveringsslib. De verwerking van dit slib staat momenteel onder druk. Terwijl de hoeveelheid slib groeit, daalt de verwerkingscapaciteit. Ook de extra heffing op slibverwerking en onzekerheid over export baren de sector zorgen.

Zuiveringsslib, het afvalproduct dat ontstaat bij het zuiveren van afvalwater, moet bij wet verbrand worden. Het slib bevat onder meer organische verontreinigingen, medicijnresten, microplastics en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Vanwege zware metalen is het uitrijden van zuiveringsslib in de Nederlandse landbouw al dertig jaar verboden. Ook storten en composteren mag in Nederland niet meer. Zuiveringsslib wordt verwerkt in speciale slibverbrandingsinstallaties (SVI’s), ook wel mono-verbranding genoemd. De andere route is co-verbranding, waarbij het slib wordt vermengd met ander afval. Dit gebeurt vooral in afvalenergiecentrales (AEC’s), maar ook in cementovens en biomassacentrales.

Bij de waterzuivering ontstaat in Nederland jaarlijks 1,3 miljoen ton ontwaterd zuiveringsslib. Terwijl het aanbod van zuiveringsslib groeit, neemt de verwerkingscapaciteit af.

Het overheidsvoornemen om 567 miljoen euro extra belasting te heffen op afvalverwerking, waaronder een heffing op slibverwerking, valt de slibverwerkers rauw op het dak. De heffing werkt kostenverhogend voor bedrijven en burgers, en zet een rem op innovatie en verduurzaming. Door de belastingheffing ontstaat een ongelijk speelveld. Co-verbranding valt er namelijk wel onder, terwijl mono-verbranding blijft vrijgesteld. “Ruim zeventig procent van het in Nederland vrijgekomen zuiveringsslib wordt verwerkt door mono-verbranding. Het overige deel gaat via co-verbranding, al dan niet na biologische of thermische droging van het slib”, legt Bart Wicherink, commercieel manager van GMB, uit. Mono- en co-verbranding zijn milieutechnisch vrijwel gelijkwaardig, voldoen aan de verwerkingsstandaarden uit het Circulair Materialenplan en zijn gericht op productie van hernieuwbare energie en grondstoffenterugwinning. “Er is dus geen enkele reden om onderscheid te maken en de één zwaarder te belasten dan de ander”, stelt Wicherink vast.

De heffing die wordt doorgeschoven naar de afvalsector, had eigenlijk opgebracht moeten worden door de chemische industrie. De zogenoemde polymerenheffing (de ‘plastictaks’) was bedacht om de plasticindustrie te innoveren en te verduurzamen. Dit zou een stimulans zijn voor hergebruik in plaats van meer nieuwe virgin plastics te produceren. De plastictaks verdween echter uit het Voorjaarsnota-pakket, waardoor de minister van Financiën de ingeboekte 567 miljoen euro zou mislopen.

“Het doorschuiven naar de afvalsector ontdoet de heffing van op zich nobele intenties waarbij de bron – de vervuiler – betaalt”, zegt Silvester Bombeeck, directeur van N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB). De rekening verschuift volgens hem van het begin van de keten, waar veranderingen realiseerbaar zijn, naar het eind van de keten waar de invloed op de voorgaande stappen nul is. “Het besluit is onlogisch en remt innovatie. We kunnen een euro maar één keer uitgeven”, aldus Bombeeck.

Extra investeringen zijn juist nu hard nodig. De Nederlandse slibverwerking kampt met een ondercapaciteit. Al jaren komt er meer zuiveringsslib vrij dan in eigen land verwerkt kan worden. Na een kleine daling in het vorige decennium, groeit het slibaanbod de afgelopen jaren, onder meer als gevolg van de bevolkingsgroei, terwijl de verwerkingscapaciteit afneemt. Door de Europese Green Deal worden in binnen- en buitenland steeds meer kolencentrales gesloten waardoor die route voor co-verbranding in het buitenland in de nabije toekomst doodloopt. Van de zes Nederlandse slibdrogers gestookt op aardgas wordt de laatste actieve eind 2025 gesloten. De Nederlandse sector investeert in het verhogen van de capaciteit. Enerzijds door efficiencyslagen in bestaande verwerkingslocaties, anderzijds door de bouw van nieuwe installaties. September 2025 opende EEW Energy from Waste een nieuwe slibverbrandingsinstallatie in Delfzijl. In Alkmaar bouwt HVC een installatie die slib droogt met restwarmte uit de eigen AEC.

Geen opmerkingen:

Mogelijk gemaakt door Blogger.