Biologisch afbreekbaar plastic kan nog groener én goedkoper
Polymelkzuur (ofwel polylactic acid (PLA)) is een bioplastic dat uit maïs of suikerriet wordt gewonnen. Een groene plastic dus, maar de hoge productiekosten maakten dat polymelkzuur tot nu toe nog niet doorbrak als alternatief voor traditionele plastics uit aardolie. Aan het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse van de KU Leuven werd nu een procedé ontwikkeld dat de productie van PLA zowel eenvoudiger als afvalvrij maakt.
Her en der duiken al PLA-producten op, zoals composteerbare bekers of folie om groenten te verpakken. Polymelkzuur heeft verschillende voordelen: het is biogebaseerd, biodegradeerbaar en biocompatibel. PLA bekomt men uit de suiker in maïs of suikerriet: die wordt door gisting omgezet in melkzuur, wat dan weer een bouwblok is voor polymelkzuur. PLA vergaat na een aantal jaren en als het juist verzameld en gescheiden wordt, is het industrieel composteerbaar en recycleerbaar. Het is ook biocompatibel: het kan gebruikt worden in het lichaam voor medische toepassingen, bijvoorbeeld als hechtingsdraad die vanzelf vergaat.
Maar PLA is tot nu toe geen echt alternatief voor plastics uit aardolie, vanwege de hoge productiekosten. Dat komt omdat de productie van polymelkzuur uit melkzuur nog meerdere tussenstappen vergt, legt professor Bert Sels uit: “In een eerste stap wordt van melkzuur een soort preplastic gemaakt. Dat gebeurt in een reactor onder hoge temperatuur en in vacuüm, vandaar de hoge kost. Dat preplastic wordt dan afgebroken tot de bouwsteen van PLA. Eigenlijk maak je dan eerst een slechte plastic om dat af te breken tot de bouwblokken van goede plastic. En ook al gaat het om een bioplastic, de verschillende tussenstappen in de productie vergen wel het gebruik van metalen en leveren ook afval op.”
In Leuven ontwikkelde men nu een nieuw procedé, vertelt postdoctoraal onderzoeker Michiel Dusselier: “We passen eigenlijk een concept uit de petrochemie toe op biomassa. In de reactor gebruiken we een zeoliet als katalysator (een stof die het chemisch proces op gang brengt). Zeolieten zijn mineralen met een poreuze structuur. Door de zeoliet te selecteren op de vorm van de poriën maken we dat het melkzuur rechtstreeks de PLA-bouwblokken vormt. Dat nieuwe procedé biedt verschillende voordelen tegenover de klassieke methode: we bekomen een hogere opbrengst met minder afval en zonder gebruik van metalen; bovendien kan de productie goedkoper, omdat er één tussenstap minder nodig is.”
Professor Sels verwacht dat de nieuwe technologie snel ingeburgerd zal raken: “De bevinding uit het doctoraat van Dusselier is door de KU Leuven gepatenteerd en dat patent is ondertussen verkocht aan een chemisch bedrijf dat het productieproces op industriële schaal wil toepassen. Polymelkzuur is ook één van de weinige plastics die zich goed lenen tot 3D-printing. Uiteraard zal PLA nooit volledig de traditionele plastics uit aardolie vervangen; sommige producten, zoals de afvoerbuis van je toilet, mogen nu eenmaal niet biodegradeerbaar zijn. En het is niet de bedoeling wegwerpplastics te promoten. Maar wat er van polymelkzuur gemaakt wordt, kan nu wel goedkoper en groener. Dit procedé is een mooi voorbeeld van hoe chemische nijverheid én biotechnologie kunnen samengaan.”
Her en der duiken al PLA-producten op, zoals composteerbare bekers of folie om groenten te verpakken. Polymelkzuur heeft verschillende voordelen: het is biogebaseerd, biodegradeerbaar en biocompatibel. PLA bekomt men uit de suiker in maïs of suikerriet: die wordt door gisting omgezet in melkzuur, wat dan weer een bouwblok is voor polymelkzuur. PLA vergaat na een aantal jaren en als het juist verzameld en gescheiden wordt, is het industrieel composteerbaar en recycleerbaar. Het is ook biocompatibel: het kan gebruikt worden in het lichaam voor medische toepassingen, bijvoorbeeld als hechtingsdraad die vanzelf vergaat.
Maar PLA is tot nu toe geen echt alternatief voor plastics uit aardolie, vanwege de hoge productiekosten. Dat komt omdat de productie van polymelkzuur uit melkzuur nog meerdere tussenstappen vergt, legt professor Bert Sels uit: “In een eerste stap wordt van melkzuur een soort preplastic gemaakt. Dat gebeurt in een reactor onder hoge temperatuur en in vacuüm, vandaar de hoge kost. Dat preplastic wordt dan afgebroken tot de bouwsteen van PLA. Eigenlijk maak je dan eerst een slechte plastic om dat af te breken tot de bouwblokken van goede plastic. En ook al gaat het om een bioplastic, de verschillende tussenstappen in de productie vergen wel het gebruik van metalen en leveren ook afval op.”
In Leuven ontwikkelde men nu een nieuw procedé, vertelt postdoctoraal onderzoeker Michiel Dusselier: “We passen eigenlijk een concept uit de petrochemie toe op biomassa. In de reactor gebruiken we een zeoliet als katalysator (een stof die het chemisch proces op gang brengt). Zeolieten zijn mineralen met een poreuze structuur. Door de zeoliet te selecteren op de vorm van de poriën maken we dat het melkzuur rechtstreeks de PLA-bouwblokken vormt. Dat nieuwe procedé biedt verschillende voordelen tegenover de klassieke methode: we bekomen een hogere opbrengst met minder afval en zonder gebruik van metalen; bovendien kan de productie goedkoper, omdat er één tussenstap minder nodig is.”
Professor Sels verwacht dat de nieuwe technologie snel ingeburgerd zal raken: “De bevinding uit het doctoraat van Dusselier is door de KU Leuven gepatenteerd en dat patent is ondertussen verkocht aan een chemisch bedrijf dat het productieproces op industriële schaal wil toepassen. Polymelkzuur is ook één van de weinige plastics die zich goed lenen tot 3D-printing. Uiteraard zal PLA nooit volledig de traditionele plastics uit aardolie vervangen; sommige producten, zoals de afvoerbuis van je toilet, mogen nu eenmaal niet biodegradeerbaar zijn. En het is niet de bedoeling wegwerpplastics te promoten. Maar wat er van polymelkzuur gemaakt wordt, kan nu wel goedkoper en groener. Dit procedé is een mooi voorbeeld van hoe chemische nijverheid én biotechnologie kunnen samengaan.”
Geen opmerkingen: