Chemische recycling in Europa kost 400 miljard
In een recent rapport van Bain & Company wordt geschat dat Europa meer dan 400 miljard euro moet investeren in chemische recycling om concurrerend te blijven met de productie van nieuwe plastics. Grote bedrijven zoals Shell, SABIC en BASF hebben al aanzienlijke stappen gezet in deze richting. Chemische recycling, met name via pyrolyse, breekt plasticafval af tot de oorspronkelijke bouwstenen, waardoor het opnieuw kan worden gebruikt voor de productie van nieuwe plastics of andere producten.
Daarnaast wordt de Methanol-to-Olefins (MTO) technologie als een veelbelovende alternatieve route beschouwd. Deze methode verwerkt een breder scala aan plasticafval en biomassa en wordt ontwikkeld door bedrijven zoals GIDARA, Perpetual Next en Blue Circle Olefins. Beide technologieën zijn essentieel om de chemische industrie vóór 2050 klimaatneutraal en circulair te maken.
Tegelijkertijd heeft de Europese Commissie vier nieuwe regels aangenomen onder de Net-Zero Industry Act om de productie van batterijen en zonnepanelen in Europa te stimuleren. Het doel is dat tegen 2030 minstens 40 procent van het geïnstalleerde vermogen uit Europese productie komt. De wetgeving biedt voordelen zoals snellere vergunningen en strategische status voor projecten. Ook worden niet-prijscriteria verplicht bij aanbestedingen, zoals duurzaamheid en cyberveiligheid. Deze maatregelen zijn bedoeld om Europese fabrikanten te helpen concurreren met goedkope import en de productie van schone technologieën terug te brengen naar Europa.
Daarnaast wordt de Methanol-to-Olefins (MTO) technologie als een veelbelovende alternatieve route beschouwd. Deze methode verwerkt een breder scala aan plasticafval en biomassa en wordt ontwikkeld door bedrijven zoals GIDARA, Perpetual Next en Blue Circle Olefins. Beide technologieën zijn essentieel om de chemische industrie vóór 2050 klimaatneutraal en circulair te maken.
Tegelijkertijd heeft de Europese Commissie vier nieuwe regels aangenomen onder de Net-Zero Industry Act om de productie van batterijen en zonnepanelen in Europa te stimuleren. Het doel is dat tegen 2030 minstens 40 procent van het geïnstalleerde vermogen uit Europese productie komt. De wetgeving biedt voordelen zoals snellere vergunningen en strategische status voor projecten. Ook worden niet-prijscriteria verplicht bij aanbestedingen, zoals duurzaamheid en cyberveiligheid. Deze maatregelen zijn bedoeld om Europese fabrikanten te helpen concurreren met goedkope import en de productie van schone technologieën terug te brengen naar Europa.
Geen opmerkingen: