'Afval blijft ook de komende decennia bestaan'

Het Ministerie van I en W heeft onlangs een beleidsvisie afvalverbranding opgesteld, waarin het verbranden van afval gereduceerd zal worden. Twence staat achter de circulaire economie en ondersteunt de gedachte om de verbranding van herbruikbare grondstoffen te voorkomen. Naar verwachting zal de hoeveelheid brandbaar afval de komende decennia nog niet afnemen. Ons streven blijft om ons niet herbruikbare afval op een zo efficiënte en duurzame manier te verwerken.

In de beleidsvisie wordt aangegeven dat de rol van afvalverbranding moet worden herzien door beschikbaarheid van nieuwe technieken, het streven naar grondstoffenbehoud en de klimaatdoelen. Afvalverbranding moet daarom geminimaliseerd worden ten gunste van hoogwaardige afvalverwerking, met name recycling.

De beleidsvisie schetst een wenselijke situatie voor 2030 waarin onder andere zo min mogelijk afval wordt verbrand, nieuwe vormen van thermische afvalverwerking opkomen, de verbrandingscapaciteit beter is afgestemd op de nationale behoefte, minder afvalimport en export plaatsvindt, de energiefunctie van AVI’s behouden blijft en de effecten op het milieu geminimaliseerd zijn.

Twence staat achter een circulaire economie en ondersteunt de gedachte om de verbranding van herbruikbare grondstoffen te voorkomen. Dat wil zeggen dat zoveel mogelijk afval gerecycled wordt en alleen niet herbruikbaar afval in de AEC’s verwerkt wordt. Helaas is de hoeveelheid brandbaar afval die in Nederland vrijkomt in de afgelopen tien tot vijftien jaar niet afgenomen. Ondanks goede beleidsvoornemens van de rijksoverheid verwachten wij ook niet dat dit in de komende decennia wezenlijk zal veranderen. Recyclingprocessen komen nauwelijks van de grond en het consumentengedrag verandert vooralsnog onvoldoende.

Onze overtuiging is wel dat de verbranding van afvalstoffen op een zo duurzaam en efficiënt mogelijke manier moet gebeuren. Dat doen we door grootschalig CO2 af te vangen en door zoveel mogelijk warmte en stoom beschikbaar te stellen in de gebouwde omgeving. Deze stappen worden ook door de rijksoverheid ondersteund, bijvoorbeeld via de subsidie die we hebben ontvangen voor de realisatie van de CO2-afvang installatie. We zullen de gesprekken met de rijksoverheid over het verder reduceren van onze CO2-uitstoot uiteraard voortzetten.

Op basis van historische gegevens en onafhankelijke onderzoeken verwachten we dat de hoeveelheid brandbaar afval de komende decennia nauwelijks zal afnemen. Er blijft voorlopig een waardevolle rol weggelegd voor de moderne AEC’s in Nederland. Dat betekent ook dat we verantwoord kunnen blijven inzetten op de ontwikkeling van warmtenetten in onze regio. Ondertussen krijgen we de tijd om op zoek te gaan naar alternatieve bronnen, zoals geothermie en zonthermie, zodat ook de continuïteit van warmtenetten op de langere termijn gewaarborgd is.